AmerikaBlog Liesbeth Smit Boston, 7/10/2007
|
Trans Fat
"Partially hydrogenated?", zeggen twee middelbare vrouwen, die in de supermarkt het etiket lezen van een pakje zure room. "Dat moeten we niet eten. Dat schijnt echt heel slecht te zijn." Het is gebeurd met transvet in Amerika. Trans fat is bad. Overal verdwijnen de transvetten uit levensmiddelen.
Bijna negentig procent van de Amerikaanse bevolking weet inmiddels wat transvetten zijn, volgens een onderzoek van de IFIC. [www.ific.org] Zo niet mijn huisgenootje. Hij eet nog steeds enorme hoeveelheden transvet, maar weet van niks. Donuts, muffins, pizza en een hele taart
Fritolay, de fabrikant van Cheetos Cheddar Jalapeno Snacks, vertelt op de verpakking dat een serving niet meer dan zero grams of trans fat bevat. Fritolay is een jokkebrok, die begrijpt dat de waarheid en marketing op gespannen voet met elkaar staan. Op de ingredientenlijst zie je in piepkleine lettertjes staan dat er wel degelijk partially hydrogenated soybean oil alias transvet in de zoutjes zit. [fritolay.com].
Dat mag van de FDA. In het land waarin more hetzelfde is als better is een klein beetje altijd niks. Een halve gram transvet is op de verpakking nul gram. Net als in het Paasrijmpje: Een ei is geen ei, twee ei is een half ei, drie ei is een paasei. Amerikaanse fabrikanten mogen de hoeveelheid transvet afronden naar beneden en producten aanprijzen als transvetvrij die dat eigenlijk niet zijn.
Fritolay is niet de enige fabrikant die jokt over de samenstelling van zijn producten. Burger King, Subway, Wendy's en KFC vertellen ook in de media dat ze transvetvrij zijn. De informatie op hun sites vertelt iets anders.
Subways Double Meat Steak and Cheese bevat nog een hele gram transvet en ook de Double Jr. Cheeseburger Deluxe van Burger King is niet transvetvrij. De Triple Sandwich van Wendy’s with everything and cheese bevat 3,5 gram transvet, volgens Wendy's' website. KFC jokt het hardst van allemaal: KFC's Chicken Pot Pie bevat maar liefst veertien gram transvet. In het broodje van de hamburgers alleen al zit 3,5 gram. Een snack voor mannen en vrouwen met bloedvaten van teflon.
Het is trouwens niet eerlijk om die praktijken af te doen als de zoveelste oneerlijkheid van Amerikaanse bedrijven tegenover consumenten. Nederlandse fabrikanten vermelden geen transvet op het etiket, zelfs als het in grammen aanwezig is. In Amerika ligt de informatie op straat. Als je de moeite neemt de etiketten te lezen, of websites te raadplegen, kom je er wel achter waar transvetten in zitten en waarin niet. Maar op zijn website vertelt het Nederlandse Unilever nergens wat er in zijn producten zit. Hoeveel transvet er in je koekjes zit, mag je van Unilever niet weten.
Amerikaanse bedrijven hebben sinds 2006 geen geheimen als het om transvet gaat. Zestien jaar na de ontdekking van de gezondheidseffecten van transvet bepaalde de FDA dat de hoeveelheid transvet in verpakte voedingsmiddelen op de verpakking moet worden vermeld. Martijn Katan en Ronald Mensink, de echte transvetpioniers, onderzochten in 1990 het effect van transvet op de gezondheid. Inname van transvet, ontdekten ze toen, verhoogt de concentratie aan slecht LDL-cholesterol in het bloed en verlaagt het goede HDL-cholesterol. [N Engl J Med. 1990 Aug 16;323(7):439-45.]
In Amerika leidt Walter Willett de anti-transvetbeweging. In krantenartikelen en webartikelen met koppen als "Trans fat coming to a label near you" of "Trans fat banned" vind je altijd wel quotes van Willett.
Willett vertelde me dat de industrie zich nog steeds verzet tegen het uitbannen van transvet. Voor de bedrijven is het toevoegen van transvet aan levensmiddelen uiterst lucratief. Transvet is het goedkoopste ingredient in verpakte geraffineerde producten. Transvet is stabiel en zorgt dat koek, snoep en gebak langer houdbaar zijn. Fabrikanten houden van producten die niet vergaan, en goedkope ingredienten die dat mogelijk maken. Transvet is het geheim van de ongelooflijk lange houdbaarheid van Twinkies. Al het vet in een Twinkie is afkomstig van gedeeltelijk gehydrogeneerde plantaardige olie of rundervet.
Weerstand tegen het uitbannen van transvet komt ook uit onverwachte hoek. Je vindt het ook op internetblogs op veganistische sites als Supervegan.com. Transvet is dan wel ongezond, maar het is een goed veganistisch alternatief voor dierlijke verzadigde vetten. Zodra een fabrikant de transvetten in een product vervangt door dierlijke vetten, kunnen veganisten dat product niet meer eten. Dat gebeurde bijvoorbeeld met de gemberkoekjes van Anna's. "You better stock up while you still can", schrijft vegablogger Susie Cagle.
Liever een dodelijk vet dat veganistisch is dan vet waarvoor dieren zijn gestorven. Heel consequent. Of zou Susie Cagle niet weten dat het eten van twee energieprocent meer transvet de kans op hart en vaatziekten praktisch verdubbelt? [N Engl J Med 1997;337:1491-1499.]
|