03.09.2011

Plantaardige eiwitten laten supplementen beter beschermen tegen kanker

In de jaren tachtig ontwikkelden leveranciers nieuwe voertypes voor proefdieren die de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek moesten verbeteren. Er kwamen voedertypes op de markt waarin allerlei plantenstoffen niet meer aanwezig waren. En prompt bleek uit studies, waarin ratten en muizen het nieuwe voer kregen, dat allerlei stoffen die kunnen beschermen tegen kanker geen effect meer hadden.

Studie
In 2004 publiceerden onderzoekers van de University of Alabama at Birmingham een serie experimenten die duidelijk maakten hoe sterk dat effect van het voer is. Hoewel de onderzoekers zich richten op collega-onderzoekers geeft hun onderzoek ook een vingerwijzing aan iedereen die zich met supplementen wil beschermen tegen kanker.

De onderzoekers deden hun proeven met het 4%-Tekladvoer - de eiwitten daarin komen onder meer uit tarwe, soja en gerst - en het AIN-76A-voer - de eiwitten daarin komen uitsluitend uit caseïne. In AIN-76A-voer zitten allerlei plantenstoffen niet, waarvan in de jaren tachtig duidelijk werd dat ze effecten op het lichaam hebben.

De onderzoekers testten twee preparaten met beschermende verbindingen uit: puur genisteïne, een isoflavoon uit soja, en grape seed extract, een extract met catechines uit druiven. De onderzoekers gaven de preparaten aan vrouwelijke ratten die ze injecteerden met verbindingen die borstkanker veroorzaken, en keken vervolgens of de preparaten de tumorgroei konden afremmen.

Resultaten
In de figuren hieronder staan de open driehoekjes voor ratten die geen genisteïne door hun voer kregen, de open ruitjes voor dieren met voer dat voor 0.8 procent bestond uit genisteïne en de zwarte vierkantjes voor de ratten die voer regen met 1.6 procent genisteïne. De kankerverwekkende stof was MNU. De figuur pal hieronder heeft betrekking op de AIN-76A-groep, de figuur daaronder op de Tekladgroep.


In de jaren tachtig ontwikkelden leveranciers nieuwe voertypes voor proefdieren die de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek moesten verbeteren. Er kwamen voedertypes op de markt waarin allerlei plantenstoffen niet meer aanwezig waren. En prompt bleek uit studies, waarin ratten en muizen het nieuwe voer kregen, dat allerlei stoffen die kunnen beschermen tegen kanker geen effect meer hadden.


In de jaren tachtig ontwikkelden leveranciers nieuwe voertypes voor proefdieren die de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek moesten verbeteren. Er kwamen voedertypes op de markt waarin allerlei plantenstoffen niet meer aanwezig waren. En prompt bleek uit studies, waarin ratten en muizen het nieuwe voer kregen, dat allerlei stoffen die kunnen beschermen tegen kanker geen effect meer hadden.


Kregen de ratten AIN-76A-voer, dan beschermde genisteïne ze niet. Kregen de ratten Tekladvoer met 0.8 procent genisteïne, dan hadden ze 44 procent minder tumoren. Kregen ze Tekladvoer met 1.6 procent genisteïne, dan was het aantal gezwellen 61 procent minder.

De figuren hieronder beschrijven een ander experiment. Hieronder staan de gesloten driehoekjes voor ratten die geen grape seed extract door hun voer kregen, de open cirkels voor dieren met voer dat voor 1.25 procent bestond uit grape seed extract en de zwarte vierkantjes voor de ratten die voer kregen met 5 procent grape seed extract. In dit geval was de kankerverwekkende stof DMBA. De figuur pal hieronder heeft betrekking op de AIN-76A-groep, de figuur daaronder op de Tekladgroep.


In de jaren tachtig ontwikkelden leveranciers nieuwe voertypes voor proefdieren die de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek moesten verbeteren. Er kwamen voedertypes op de markt waarin allerlei plantenstoffen niet meer aanwezig waren. En prompt bleek uit studies, waarin ratten en muizen het nieuwe voer kregen, dat allerlei stoffen die kunnen beschermen tegen kanker geen effect meer hadden.


In de jaren tachtig ontwikkelden leveranciers nieuwe voertypes voor proefdieren die de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek moesten verbeteren. Er kwamen voedertypes op de markt waarin allerlei plantenstoffen niet meer aanwezig waren. En prompt bleek uit studies, waarin ratten en muizen het nieuwe voer kregen, dat allerlei stoffen die kunnen beschermen tegen kanker geen effect meer hadden.


Weer had grape seed extract geen effect in dieren die AIN-76A-voer kregen, maar wel in dieren die Tekladvoer kregen. Tekladvoer met 1.25 grape seed extract beschermde niet, maar voer met 5 procent verminderde het aantal tumoren met 44 procent.

Conclusie
Wijzelf zijn - ongehinderd door kennis van zaken - zo vrij om onze eigen conclusies te trekken uit de studie. Supplementen met plantenstoffen die beschermen tegen kanker werken alleen als je via de gewone voedingsmiddelen in je dieet ook al van die stoffen binnenkrijgt. Dat kun je kennelijk voor elkaar krijgen als je in ieder geval een deel van je eiwitten uit planten haalt.

Bron:
J Nutr. 2004 Dec;134(12 Suppl):3445S-3452S.