14.01.2004

Het verschil tussen anabolengebruikers en junkies

Bodybuilders die anabolen gebruiken zijn geen maniakken die letterlijk alles slikken wat ze in handen kunnen krijgen. Chemische bodybuilders denken voortdurend na over welke middelen wel en welke niet door de beugel kunnen. Dat concludeert de Britse antropoloog Lee Monaghan in een onderzoek naar het gebruik van efedrine en nubain op sportscholen.

Het verschil tussen anabolengebruikers en junkies
"Hij moest z'n sportschool verkopen", vertelt een bodybuilder in het onderzoeksverslag van Lee Monaghan. "Hij had het geld nodig voor z'n verslaving. Hij spoot om het kwartier. Als je met hem zat te praten kon hij elk moment naar de WC om een spuit te zetten."

De sportschoolhouder was verslaafd geraakt aan nubain. Onderzoeker en bodybuilder Monaghan verzamelde tientallen anekdotes over nubain en efedrine. Hij vond ze interessant omdat ze hem konden vertellen waar bodybuilders de grens trokken tussen wat ze wel en niet in hun lichaam wilden stoppen.

Efedrine en nubain, vermoedde Monaghan, belichamen risk boundaries: grenzen die je niet overgaat omdat dat in jouw ogen een onacceptabel risico veroorzaakt. Onder sommige druggebruikers is het injecteren zo'n grens. Pillen en poeders zijn OK, maar wie gaat spuiten wordt een junkie. Omdat bodybuilders toch al worstelen met overeenkomsten tussen hen en druggebruikers, en omdat efedrine en nubain zijn verwant aan middelen die in het drugsmilieu in zwang zijn, zouden bodybuilders die efedrine of nubain gaan gebruiken ook zo'n gevaarlijke grens over.

Voor zijn onderzoek ondervroeg Monaghan 67 Engelse bodybuilders. Sommige zaten in de gevangenis, een paar kwam Monaghan op het spoor via een kliniek voor anabolengebruikers, maar het gros behoorde zijn eigen vrienden- en kennissenkring. Driekwart gebruikte anabolen.

Voor bodybuilders is hun middelengebruik instrumenteel. Ze gebruiken geen middelen om in een roes te komen, maar omdat ze een doel willen bereiken. Dat onderscheidt ze van junkies, die gebruiken om het gebruik zelf. Daarom, stelt Monaghan, veroverde een supplement als creatine moeiteloos de markt. En daarom hebben bodybuilders altijd een beetje tweeslachtig gestaan tegenover efedrinesupplementen, ook al waren ze legaal. (Monaghan deed zijn onderzoek in de tweede helft van de jaren negentig, voordat de regering efedrine verbood.) Want efedrine voelt, bij hoge doseringen tenminste, toch als een heuse drug.

Het verschil tussen anabolengebruikers en junkies
Ondergrondse handleidingen leggen echter de nadruk op de nuttige eigenschappen van efedrine. Efedrine is een trainingsbooster, vergemakkelijkt het afvallen en vermindert de spierafbraak. De bodybuilders in Monaghans studie gebruikten het vooral als trainingsbooster. Monaghan schrijft bijvoorbeeld over een sportschoolhouder die achter de bar een tas met supplementen als Agent Orange en EPH.25 liggen. De eigenaar gaf de pillen bij wijze van service aan zijn klanten als die worstelden met vermoeidheid of slaap. Samen met een kop koffie.

"Ik zat aan de bar en Jack - de sportschoolhouder - zei: probeer dit eens. Dus ik deed wat lepels in een glas met water en dronk het op. Toen ik ging trainen kon ik het niet geloven. Meestal kan ik bankdrukken met honderdveertig kilo. Daar doe ik dan vier reps mee. Maar nou deed ik er acht, negen, tien. Fucking hell man! 's Avonds stond ik aan de deur en toen was er die vrouw. Ik nam haar mee naar achteren voor een shag (zoek zelf maar op in het woordenboek) en toen kon ik hem niet overeind krijgen. En ik kon die nacht niet slapen. En de nacht erna ook niet."

Efedrine heeft eigenschappen die niet passen bij de manier waarop bodybuilders met hun lichaam omgaan, schrijft Monaghan. Hij vindt die dubieuze plaats van efedrine in het chemische bodybuildingarsenaal ook terug in het underground magazine van Mick Hart, die efedrine basically a very mild form of SPEED! noemt.

"Okee, je gaat er goed door trainen", schrijft Mick Hart. "Maar daarna kun je niet slapen, seks hebben, normaal denken, geconcentreerd achter het stuur zitten of iets anders. Je kunt alleen nog maar shit faced voor je uit staren."

Afkeuren doen bodybuilders het gebruik van efedrine niet. Als je het goed gebruikt - op zo'n manier dat je er wat aan hebt - dan moet efedrine kunnen, vinden ze. Met nubain ligt dat anders. Ook nubain is voor bodybuilders in de eerste plaats een trainingsbooster, maar dan wel eentje met een dubieuze werking.

Het verschil tussen anabolengebruikers en junkies
"Nubain is een pijnstiller", citeert Monaghan een handboek. "Het verdooft de pijn in je spieren waardoor je harder kunt trainen." Toch een 'nuttige toepassing', dus. De bodybuilders die Monaghan sprak vergeleken bodybuilders die nubain gebruiken echter met junkies. "Mensen nemen nubain omdat ze te slap zijn om hard te trainen. Ze kunnen de pijn niet aan."

De paar nubaingebruikers die Monaghan kon opsporen benadrukten dat er nog andere toepassingen van nubain waren. "In de wedstrijdvoorbereiding kun je nubain gebruiken als antikatabool", zei een gebruiker. "Het vermindert de stress. Daardoor daalt je cortisol en kan je lichaam weer voldoende testosteron aanmaken."

"Ik nam een milliliter per dag", vertelde een andere gebruiker. "Een halve milliliter na de training, als je lichaam spier afbreekt en katabool is, en een halve milliliter midden in de nacht. Want 's nachts is je lichaam ook katabool."

Die gebruiker voelde zich geen junkie omdat hij niet in zijn aderen spoot. "Als je intramusculair spuit, dan voel je niet zoveel van het opiaateffect van Nubain. Het antikatabole effect houdt dan ook het langst aan, iets van acht uur." Intraveneus spuiten, zei de gebruiker, zorgde daarentegen voor een opiumachtige high en een beperkte antikatabole werking. De nubaingebruiker had een nieuwe risk boundary gevonden die hem van junkies onderscheidde, ook al beschouwden veel andere chemische atleten hem als een druggebruiker. "Ik ben geen junkie want ik spuit niet intraveneus", zegt hij. "Intraveneus spuiten vind ik smerig. Zo injecteren ze op straat."

Hypocriet? Monaghan spreekt geen oordeel uit. Klopt het allemaal wat die gebruikers vertellen over de effecten van hun middelen? Ook dat interesseert Monaghan niet. Wat de onderzoeker duidelijk wil maken is dat bodybuilders niet de drieste chemische kamikazepiloten zijn die de media van ze maken. Efedrine was problematisch, nubain werd nauwelijks gebruikt, bijna alle bodybuilders hadden geen goed woord voor de nubainspuiters over en de paar nubaingebruikers die Monaghan kon vinden moesten zich in alle bochten wringen om hun gebruik te rechtvaardigen. BChemische bodybuilders, wil Monaghan zeggen, kennen wel degelijk grenzen.

Hypocriet? Monaghan spreekt geen oordeel uit. Klopt het allemaal wat die gebruikers vertellen over de effecten van hun middelen? Ook dat interesseert Monaghan niet. Wat de onderzoeker duidelijk wil maken is dat bodybuilders niet de drieste chemische kamikazepiloten zijn die de media van ze maken. Efedrine was problematisch, nubain werd nauwelijks gebruikt, bijna alle bodybuilders hadden geen goed woord voor de nubainspuiters over en de paar nubaingebruikers die Monaghan kon vinden moesten zich in alle bochten wringen om hun gebruik te rechtvaardigen. Chemische bodybuilders, wil Monaghan zeggen, kennen wel degelijk grenzen.

Bron:
Sociological Research Online, vol. 5, no. 2 (2000).