11. Metabolisme van Testosteron, Dihydrotestosteron, Estron en Estradiol
Aede de Groot, Willem Koert
Het voornaamste door het lichaam zelf aangemaakte anabole steroid is testosteron.
Dagelijks produceren de testes van de man ongeveer vier tot tien milligram
testosteron. Daarnaast maakt de adrenalinecortex bij zowel mannen als vrouwen
dagelijks een halve milligram testosteron per dag aan.
Enzymen zetten testosteron om in twee belangrijke andere steroidhormonen,
dihydrotestosteron en estradiol. De omzetting in dihydrotestosteron vindt plaats
in weefsels zoals de huid en de prostaat, maar niet in de spieren. De vorming van
estradiol vindt bij mannen vooral plaats in vetweefsels en, voor een kleiner deel,
in de testes. Bij vrouwen ontstaat estradiol vooral in de ovaria.
Testosteron en dihydrotestosteron de natuurlijke liganden voor de
androgeenreceptor. Ze zorgen samen voor de ontwikkeling van de typisch mannelijke
geslachtskenmerken, maar hun functie is verschillend. In de puberteit induceert
testosteron de vergroting van de penis en de testes, de aanmaak van sperma, de
toename van spiermassa en mineralisering van botten. Dit zijn de
anabole effecten.
In weefsels zoals de huid en de prostaat wordt testosteron omgezet in
dihydrotestosteron. Dihydrotestosteron zorgt voor een toename van de lichaamsbeharing,
baardgroei, acne en in een later stadium voor kaalheid en vergroting van de prostaat.
Dit zijn de androgene effecten.
Biochemici hebben veel onderzoek gedaan naar de biosynthese van steroidhormonen, vooal
omdat de toepassing van deze hormonen als geneesmiddel veelbelovend leek. De biosynthese
van de mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen testosteron, dihydrotestosteron,
estron en estradiol is grotendeels bekend en weergegeven in de schema’s 1 en 2. Er
zijn goede overzichten verschenen in de literatuur [1][2].
De biosynthese van de geslachtshormonen begint bij cholesterol met de
oxidatie van de zijketen van dit molecuul met behulp van het enzym
cytochroom P450scc. Dit cytochroom oxideert de zijketen van cholesterol
op C20 en C22 door de invoering van twee hydroxylgroepen. Hetzelfde enzym breekt
daarna de keten tussen deze twee atomen. Zo ontstaat pregnenolon.
Het vervolg van de biosynthese van testosteron verloopt via twee routes. Cytochroom
P45017a kan eerst de oxidatie van pregnenolon
katalyseren tot 17a-hydroxy-pregnenolon. Dit gebeurt in
de 5-een route. Die heet zo omdat in alle tussenproducten van deze route een
D5-dubbele binding zit.
Het enzym 3b-HSD kan pregnenolon ook eerst omzetten in
progesteron door oxidatie van de b-hydroxylgroep
op C3 en verschuiving van de dubbele binding van C5-C6 naar C4-C5 (zie verderop).
Dit gebeurt in de 4-een route. Die heet zo omdat in alle tussenproducten van
deze route een D4-dubbele binding zit.
Het enzym cytochroom P45017a kan zowel
pregnenolon als progesteron omzetten. Het kan in beide substraten een hydroxylgroep
invoeren op de 17a-positie, zoals de naam van het enzym
al aangeeft. Hetzelfde enzym katalyseert vervolgens ook de verbreking van de
C17-C20-binding waardoor de hele zijketen van het steroidskelet verdwijnt en alleen een
carbonylgroep overblijft. Dit leidt in de 4-een route tot de vorming van
4-androsteen-3,17-dion (A-dion) en in de 5-een route tot van
3b-hydroxy-5-androsteen-17-on (DHEA). De afkorting
DHEA komt van de ouderwetse naam dehydroepiandrosteron voor
deze verbinding. We zullen hier deze afkorting voor dit steroid gebruiken omdat hij
zozeer is ingeburgerd dat misverstanden niet meer zullen optreden. DHEA heeft zelf
een zeer zwakke, praktisch te verwaarlozen anabole werking.
Schema 1
Het enzym
3b-hydroxy-steroid dehydrogenase/D5-D4-isomerase,
of 3b-HSD, katalyseert de oxidatie van de
3b-hydroxylgroep tot een carbonylgroep en de
verschuiving van de dubbele binding van de D5-
naar de D4-positie.
3b-HSD oxideert eerst de hydroxylgroep aan C3 door
de H-atomen aan het O-atoom en aan C3 weg te halen. Hetzelfde enzym katalyseert
daarna ook de isomerisatie van de dubbele binding van plaats 5 naar plaats 4.
De oxidatie treedt eerst op. Daarna volgt pas de isomerisatie. De reactie gaat maar
één kant op. In principe kan dit enzym alle substraten in de linker kolom in
Schema 1 omzetten, maar het doet dat vooral met pregnenolon en met DHEA. Dat is
aangegeven door een dikkere reactiepijl.
Voor de omzetting van A-dion in testosteron is nu alleen nog de reductie nodig van
de carbonylgroep op C17 naar een hydroxylgroep. Deze reactie wordt weer
gekatalyseerd door een dehydrogenase-enzym. Dat is dit keer het
17b-hydroxy-steroid dehydrogenase of
17b-hydroxysteroid oxidoreductase of
kortweg 17b-HSD. Dit enzym voegt op C17 twee H-atomen
toe aan de carbonylgroep, eentje op het O-atoom en eentje aan de onderkant op C17,
waardoor de hydroxylgroep aan de bovenkant, de b-kant,
terecht komt.
Testosteron wordt in een aantal weefsels in het lichaam, zoals de huid en de prostaat,
verder omgezet in 5a-dihydrotestosteron (DHT).
De volledige naam van het enzym dat deze omzetting katalyseert is
3-oxo-a-steroid-D4-dehydrogenase,
of kortweg 5AR. De aanduiding
5a-steroid-D4
geeft aan dat de H-atomen aan de onderkant van het molecuul aangebracht worden aan
de C4=C5-dubbele binding. Ook deze omzetting gaat maar één kant op.
De oestrogenen estron en estradiol zijn samen met progesteron de belangrijkste
vrouwelijke geslachtshormonen. De oestrogenen zijn verantwoordelijk voor de
karakteristieke vrouwelijke geslachtskenmerken en zorgen voor de groei en
ontwikkeling van de vagina, de uterus, de eileiders, de ontwikkeling van de
borsten en de toename van vetweefsel. Samen met progesteron regelen ze de
menstruatiecyclus. De activiteit van estradiol is vele malen groter dan die van
estron. Het enzym 17b-HSD kan beide stoffen in elkaar
omzetten.
Schema 2
De biosynthese van estron en estradiol gaat uit van A-dion, en kan verlopen via
twee routes (zie Schema 2). 17b-HSD kan eerst de
C17-carbonylgroep in A-dion reduceren tot een 17b-hydroxylgroep onder vorming
van testosteron. Daarna volgt de oxidatie en afsplitsing van de C19-methylgroep
en aromatisering van ring A.
De oxidatie van de C19-methylgroep en de aromatisering kan ook als eerste optreden
in A-dion onder vorming van estron. Daarna leidt reductie van de carbonylgroep op
C17 tot estradiol.
Een complex van cytochroom P450-enzymen met de code P450aromatase of
kortweg aromatase katalyseert de oxidatie van de C19-methylgroep. Het
enzymcomplex oxideert de C19-methylgroep eerst tot een hydroxylgroep en daarna
tot een carbonylgroep (een aldehyde). Als laatste stap volgt de afsplitsing van
mierenzuur samen met een H-atoom van C1, onder gelijktijdige aromatisering van
ring A. De splitsing van de C10-C19 binding is een belangrijke stap in deze
aromatiseringsreactie. Ook deze omzetting gaat maar één kant op.
In de schema’s 1 en 2 hebben we gezien dat het lichaam testosteron op twee manieren
verder kan omzetten. Chemici zeggen dan dat het metabolisme van testosteron op
twee manieren kan verlopen; op een reductieve manier tot dihydrotestosteron en
op een oxidatieve manier tot estradiol. De reductie van testosteron tot
dihydrotestosteron vindt plaats in doelweefsels zoals de prostaat, de huid
en in de lever. Slechts een zeer klein deel (0.2 procent) van de testosteron
bij mannen oxideert tot estradiol. Dit proces treedt vooral op in vetweefsel
en voor ongeveer twintig procent in de testes. Bij vrouwen vindt de biosynthese
van estradiol vooral plaats in de ovaria.
Metabolisme van testosteron en dihydrotestosteron vindt voor negentig procent
plaats in de lever. Reductases en dehydrogenases katalyseren daar reacties met
de D4-dubbele binding, de carbonylgroep
op C3 en de hydroxylgroep op C17. Daarna reageren de hydroxylgroepen met
glucuronzuur of sulfaat en volgt uitscheiding van het steroid [3] [4].
De reductie van de D4-dubbele binding
gaat maar één kant op en kan op een 5a en/of
een 5b-manier plaatsvinden (zie Schema 3). In de
prostaat is vooral het enzym 5a-reductase actief.
Dat zet testosteron om in 5a-dihydrotestosteron.
In de lever is de verhouding tussen 5a- en
5b-reductie, door de daar aanwezige
5a- en 5b-reductases,
afhankelijk van de structuur van het steroid.
Een voorbeeld is het verschil in de verhouding van de
5a- en 5b-reductieproducten
bij testosteron en A-dion. Testosteron heeft een C17-b-hydroxylgroep
en A-dion heeft een C17-carbonylgroep. Bij testosteron is de verhouding
5b : 5a reductieproducten 87 : 13.
Bij A-dion is die verhouding 53 : 47 (zie schema 3) [3].
Bij andere steroiden is die verhouding soms weer heel anders. Er is meestal
wel een zekere voorkeur voor 5b-reductie.
Schema 3
Na reductie van de D4-dubbele binding
treedt meestal ook snel reductie van de C3-carbonylgroep op. In de
5a-steroiden zie je bij voorkeur reductie tot
de 3b-hydroxylverbinding. In de
5b-steroiden vindt alleen reductie tot de
5a-hydroxylverbinding plaats.
De C3- en C17-dehydrogenases katalyseren reversibele reacties, dus reacties
die beide kanten op kunnen. De 3-hydrogenases kunnen de
3a- of 3b-hydroxylgroepen
weer oxideren tot een C3-carbonylgroep. De C17-dehydrogenases oxideren de
hydroxylgroep op C17- tot een C17-carbonylgroep. Ze kunnen die
C17-carbonylgroep op zijn beurt weer reduceren tot een
17b- of tot een 17a-hydroxylgroep.
Uiteindelijk bindt een glucuronosyltransferase (UGT) een molecuul glucuronzuur
aan de hydroxylgroepen op C3 of C17 en soms aan allebei [5]. Sulfatases zetten
maximaal tien procent van de hydroxylgroepen om in sulfaatgroepen. Beide groepen
verhogen de polariteit van het hele molecuul en daarmee zijn oplosbaarheid in water.
Het lichaam scheidt de gevormde glucuroniden of sulfaten daarna uit via de nieren in
de urine.
In schema’s 4 en 5 zijn een aantal van de mogelijke metabole reacties van testosteron
en dihydrotestosteron weergegeven. De belangrijkste metabole producten die uitgescheiden
worden zijn 3a-hydroxy-5b-andronstaan-17-on
(etiocholanolon) en 3a-hydroxy-5a-androstaan-17-on
(androsteron). Deze stoffen zijn omkaderd in de schema’s. Het lichaam scheidt ze vooral
uit als glucuronide.
Schema 4
De andere mogelijke metabolieten zitten slechts in geringe concentraties in de urine.
Dit zijn 5a- of 5b-gereduceerde
steroiden met 3a- of 3b-hydroxylgroepen,
17-carbonylgroepen en 17a- of
17b-hydroxylgroepen. Deze stoffen zijn maar gedeeltelijk in de
schema’s 4 en 5 opgenomen.
Omzettingen van testosteron treden bij orale inname snel op. Ongeveer negentig procent
is al omgezet voordat het hormoon de bloedstroom bereikt. Daarna neemt de hoeveelheid
ingenomen hormoon binnen elk half uur steeds met de helft af. Wetenschappers zeggen
dan dat de halfwaardetijd van testosteron in het bloed minder is dan dertig minuten.
Het is dus geen wonder dat onderzoekers uitvoerig hebben gezocht naar andere
toedieningsvormen.
Schema 5
Wat testosteron betreft zijn die oplossingen vooral gezocht in het gebruik van esters.
Esterases zetten de esters langzaam om in het vrije testosteron. Een andere oplossing
is toediening via de huid door middel van pleisters of zalven die langzaam testosteron
afgeven, direct aan het bloed.
Als het synthetische testosteron eenmaal in vrije vorm in het lichaam aanwezig is, verwijdert
het metabolisme het natuurlijk weer op dezelfde snelle manier. Er is dus een constante
aanvoer nodig om het niveau op peil te houden.
Chemici kunnen ook veranderingen aanbrengen in de structuur van testosteron of andere
anabole steroiden, waardoor die minder snel - of soms helemaal geen - metabole omzettingen
meer ondergaan. Deze mogelijkheden zijn uitvoerig onderzocht, en waren vooral gericht op
de creatie van oraal beschikbare anabole steroiden. Die anabolen moeten bij voorkeur ook nog actiever
zijn dan testosteron en naar verhouding meer anabole en minder androgene effecten hebben.
[1] Brown, G.D. Natural Product Reports (1998) 661-665.
[2] Brueggemeier R.W. Encyclopedia of Molecular Cell Biology and Molecular Medicine Vol 13, 1-69.
[3] Schanzer W. Clinical Chemistry (1996) 42, 1101-1020.
[4] Van Eenoo P., Delbeeke F.T. J. of Steroid Biochem. and Mol. Biochem. (2006) 101, 161-178.
[5] Belanger A., Pelletier G., Labrie F., Barbier O. en Chouinard S. Trends in Endocrin. and Metab. (2003) 14, 473-479.
|