|
||
|
||
1 4 - 1 2 - 2 0 0 7
Ongelukje: bodybuilder neemt tienvoudige dosis clenbuterol (J Med Toxicol. 2007 Jun;3(2):56-60.) De 31-jarige bodybuilder voelde zich beroerd. Zijn bloeddruk was 122/77 punten, zijn hart sloeg 254 keer per minuut. Hij beefde en kon moeilijk ademhalen. Volgens het hartfilmpje dat de artsen maakten was het hart van de man er niet goed aan toe. De artsen gaven de bodybuilder adenosine, maar dat deed helemaal niets. Daarop gaven de artsen de bodybuilder het vaatverwijdende diltiazem. Daardoor zakte zijn hartslag tot 150 slagen per minuut. Nog steeds voelde de bodybuilder zich niet goed. Hij bleef beven en bleef problemen houden met ademhalen. De artsen grepen daarop naar de beta-1-blokker esmolol - en dat bleek een gouden greep. De toestand van de bodybuilder normaliseerde. Clenbuterol is in maar weinig landen op de markt voor humaan gebruik. Dat komt omdat clenbuterol verhoudingsgewijs moeilijk afbreekt, en snel hoge concentraties in het lichaam kan bereiken. Clenbuterol prikkelt receptoren in spieren en vetweefsel die eigenlijk zijn bedoeld voor adrenaline. Vetcellen gaan daardoor hun vetten aan de bloedbaan afgeven, spiercellen breken hun eiwitten minder snel af. Tel 1 en 1 bij elkaar op, en je weet waarom clenbuterol zo populair in de krachtsport is geworden. Een potentieel probleem bij het gebruik van clenbuterol is dat de werkzame doseringen dicht bij de doseringen liggen waarbij bijwerkingen ontstaan. Het hart is ook een spier, en heeft ook receptoren voor adrenaline. Overprikkeling van die receptoren is riskant. |
|
|