|
1 2 - 0 8 - 2 0 1 0
Boulimia programmeert lichaam voor vetzucht (J Am Coll Nutr. 2005 Aug;24(4):244-9.)
Je volproppen met eten - meestal snoep - en daarna je maag leegbraken. Het heet voluit boulimia nervosa, het is net als anorexia niet zeldzaam onder bezoekers van fitnesscentra, en volgens een studie van de Italiaanse Universita Cattolica del Sacro Cuore stimuleert het je lichaam om zuiniger met vet om te gaan.
De onderzoekers vergeleken in een experiment 8 normale vrouwen met 8 vrouwen met boulimia. De onderzoekers kozen boulemische vrouwen met een normale lichaamssamenstelling. Dat hebben de meeste vrouwen met boulimia trouwens. De effecten in de studie zijn dus niet het gevolg van een gering lichaamsgewicht.
De vrouwen braakten gemiddeld zo'n 4 keer per dag. Dat gebeurde nadat ze zich hadden volgepropt met junk food, dat vooral suiker en vet bevatte. Maaltijden die niet werden uitgebraakt bestonden vooral uit vezels en eiwitten.
Toen de onderzoekers de stofwisseling en de endocrinologie van de vrouwen bestudeerden, ontdekten ze dat boulimia de verbranding van vetten afremde en die van glucose stimuleerde.
GOX = verbranding van glucose; LOX = verbranding van vet.
Toen de onderzoekers de vrouwen oraal 75 gram glucose toedienden, zagen ze dat de gezonde vrouwen daardoor meer energie gingen verbranden. Hun energy expenditure [EE] steeg. Dat gebeurde in mindere mate bij de boulimiavrouwen.
Bij de boulimiavrouwen steeg de verbranding van glucose weliswaar meer omhoog dan bij de gezonde vrouwen, maar daar stond tegenover dat de verbranding van vetten bij de boulimiavrouwen verder naar beneden duikelde.
De onderzoekers vermoeden dat het boulimische eetpatroon het lichaam stimuleert zuinig met energie om te gaan, en meer vet op te slaan. Daarom zie je vrij weinig verschil tussen de lichaamssamenstelling van jonge vrouwen met boulimia en gezonde jonge vrouwen. Je zou verwachten dat boulimia op de langere termijn wellicht wel effect op de lichaamssamenstelling heeft.
|
|
|
[Definitie:] "An ergogenic aid is any substance or phenomenon that enhances performance."
(Wilmore and Costill) 
