De gewone squat levert een iets betere prikkel voor je beenspieren dan de boxsquat - de versie van de squat waarbij je op het laagste punt van de beweging een seconde op een bankje gaat zitten. Het verschil tussen de beide varianten is echter klein, aldus bewegingswetenschappers van Appalachian State University.
Bij de boxsquat haal je de teruggaande beweging praktisch weg uit de oefening. Omdat de onderzoekers zich afvroegen of dat uitmaakt voor de prikkeling van de spieren deden ze een proef met acht doortrainde krachtsporters. Het maximale gewicht waarmee de sporters 1 rep konden squatten [hun 1RM] was gemiddeld 200 kg.
De onderzoekers lieten hun proefpersonen 1 rep gewoon squatten [S] en boxsquatten [BS] met 60, 70 en 80 procent van hun 1RM. Elektroden op de beenspieren van de proefpersonen verklapten hoe hard die moesten werken. De onderzoekers keken alleen naar de concentrische beweging - de beweging waarin de sporters vanuit hun hurkende positie omhoogkwamen.
VL = vastus lateralis, VM = vastus medialis, BF = biceps femoris, L1 = longissimus. De L1 loopt langs je ruggengraat van boven naar beneden. Je gebruikt hem vooral om je wervels te stabiliseren. VM en VL zijn quadriceps, de BF is één van je hamstrings.
Bij 70 en 80 procent van de 1RM zijn er geen statistisch significante verschillen tussen de twee squatversies.
"The squat or box squat would most likely result in a similar amount of strength gain with training", concluderen de onderzoekers. "The removal of the stretch-shortening cycle by using the box squat may be beneficial as a training tool for those athletes performing concentric-only actions in their sport. For most sport applications, a squat including a stretch-shortening cycle may be of greater benefit."
Over de vraag wat de boxsquat betekent voor de wervels in je onderrug reppen de onderzoekers met geen woord. Er circuleren veel anekdotes over krachtsporters die door de boxsquat last van hun onderrug krijgen.