|
||
|
||
2 7 - 0 2 - 2 0 0 4 Chroomsupplementen: overbodig en gevaarlijk
Neem geen chroomsupplementen. Als je in een enkele zin het overzichtsartikel van chroomexpert John Vincent moet samenvatten, dan is het die. En als je dan toch chroom neemt, neem dan vooral geen chroompicolinaat.
Tot voor kort wisten we bijna niks over chroom, schrijft Vincent in de Journal of Trace Elements in Experimental Medicine. En wat we dachten te weten klopt niet. Het zijn de uitkomsten van oud en achterhaald onderzoek, in leven gehouden door de industrie, die zijn producten wil verkopen. Glucose Tolerantie Factor of GTF is daar een fraai voorbeeld van: een extract uit gist dat in proeven in de late jaren vijftig de glucose-intolerantie van ratten genas als die een chroomarm dieet kregen. Het zit nog steeds in supplementen.
Later ontdekten onderzoekers dat het gistextract weliswaar de insulinewerking verbeterde, maar geen chroom bevatte. GTF heeft niks met chroom te maken. Dat bedrijven nog steeds 'GTF-chroom' verkopen, zegt iets over hun mentaliteit.
Wat wel vaststaat is dat het lichaam kleine hoeveelheden chroom nodig heeft. Ratten die veel suiker en weinig chroom eten ontwikkelen vaker insulineresistentie. Een klein aantal mensen dat geen chroom binnenkrijgt ontwikkelt diabetes-achtige symptomen. Naarmate je meer glucose in je bloed hebt neemt de afgifte van chroom in de urine toe.
Kennelijk doet chroom iets met insuline. Maar wat? Sinds kort zoeken wetenschappers het antwoord op die vraag in chromodulin: een klein eiwitje dat het lichaam aanmaakt als het een overschot aan chroom moet verwerken, en dat de werking van de insulinereceptor versterkt. In proeven waarbij onderzoekers het eiwitje aan ratten met beginnende suikerziekte gaven, bleek dat chromodulin bovendien de positieve effecten van chroom veroorzaakt zoals een lager suikerspiegel, minder insuline en een beter cholesterol.
Vincent heeft overigens een synthetische chromoduline ontwikkeld, waarvan hij hoopt dat de farmacie het kan gebruiken als de basis van een medicijn.
Chroompicolinaat De supplementenindustrie verdient al jaren geld aan chroompicolinaat. Toch blijkt uit studies dat het bij gezonde mensen geen positieve effecten heeft, zegt Vincent. Ook niet als je erbij traint. Ondanks de beloften van de industrie zorgt chroompicolinaat niet voor meer spieren, minder vet en de suiker- en insulinespiegel. Het supplement verlaagt in sommige studies die spiegels trouwens wel bij mensen met diabetes-2.
Daar tegenover staat echter dat chroompicolinaat misschien gevaarlijk is. Het is voor het eerst de chemicus Karen Wetterhahn die alarm slaat als ze ontdekt dat de verbinding in hamstercellen de chromosomen beschadigt. Chroomnicotinaat, een verbinding die sprekend op chroompicolinaat lijkt, doet dat volgens Wetterhahn niet.
Andere onderzoekers vinden dezelfde verschijnselen in andere celsystemen. Die onderzoekers vinden trouwens dat ook chroomnicotinaat het erfelijk materiaal beschadigt. Vincent is daarom terughoudend met aanbevelen van chroomnicotinaat als alternatief voor chroompicolinaat. Veiliger is chroomchloride, zegt hij. Bij die chroomverbinding bleef genetische schade aan het nageslacht van fruitvliegen uit.
Hoe chroompicolinaat precies het DNA aantast is niet duidelijk. De verbinding kan weliswaar snel cellen binnendringen, maar zich niet aan DNA hechten. Chroom kan zich in de lever en de nieren ophopen - maar niet als chroompicolinaat. Er zitten dus nog allerlei stappen tussen de schade aan de cellen en het binnendringen van de verbinding in het organisme.
Bijwerkingen De verslagen over bijwerkingen van chroompicolinaatsupplementen bij gebruikers - die overigens vaak forse hoeveelheden tot zich namen - geven geen aanwijzingen over het mechanisme waarlangs chroompicolinaat cellen beschadigt. Daarvoor zijn de bijwerkingen te divers. Ze lopen uiteen van ziekelijk gewichtsverlies, bloedarmoede, het afsterven van bloedplaatjes, leverstoornissen, nierafwijkingen, verzuring, huidaandoeningen tot hersenafwijkingen.
In proeven waarin proefpersonen chroompicolinaat in standaarddoseringen kregen vonden onderzoekers geen sporen van celbeschadiging. Achteraf is dat omdat de onderzoekers eenmalige doses toedienden of niet wisten waar ze naar moesten kijken. In proeven waarbij Vincent met een infuus forse doseringen binnenbracht vond hij wel tekenen van schade. Toen wisten wetenschappers wat chroompicolinaat doet: het vormt agressieve vrije radicalen en put de voorraad lichaamseigen antioxidanten uit.
Pas recent hebben onderzoekers de schadelijke effecten van chroompicolinaat ook gezien bij proefdieren die normale hoeveelheden binnenkregen. Bij ratten daalde in organen bijvoorbeeld de antioxidantspiegel en steeg de aanmaak van giftige peroxides.
De laatste bijdragen op dit gebied zijn nog steeds de artikelen van Vincent over het optreden van genetische schade bij fruitvliegen. Hun nakomelingen kregen in de loop van de generaties steeds meer genetische afwijkingen - hun kroost was steriel - als de onderzoekers chroompicolinaat aan hun voedsel toevoegden. 260 microgram chroompicolinaat per kilo voedsel was genoeg.
Bij geringere hoeveelheden traden de effecten ook op. Chroomchloride had in die proeven geen nadelig effect.
Slot De supplementenindustrie beweert bij hoog en laag dat we extra chroom nodig hebben, maar onderzoekers denken daar anders over. Vroeger was de aanbeveling 50 tot 200 microgram per dag voor een volwassene, maar onlangs zijn die normen naar beneden geschroefd. Nu is het 35 microgram per dag voor een man en 25 microgram voor een vrouw. Het is onmogelijk dat je die hoeveelheid niet binnenkrijgt.
Zeker als je beseft dat bij gezonde mensen chroomsuppletie niets doet, en sommige chroomvarianten zelfs gevaarlijk zijn, dan kun je je afvragen of je wel extra chroom zou moeten gebruiken.
Vincent heeft in interviews gezegd dat hij bezig is met proeven op ratten die duidelijk moeten maken of chroom ook bij hen de volgende generatie beschadigt. Als hij dat effect vindt, en aannemelijk wordt dat mensen hun kinderen genetisch beschadigen als ze chroompicolinaat gebruiken, dan kun je op je vingers uittellen wat dat betekent.
Een tweede efedra-affaire.
Maar dan groter.
Naschrift (6-5-2017) Die tweede efedra-affaire is er nooit gekomen. De Europese autoriteit EFSA bestudeerde in 2010 alle beschikbare informatie over chroompicolinaat, en oordeelde dat chroompicolinaat bij normaal gebruik veilig was. [EFSA Journal 2010;8(12):1883.]
John Vincent. Recent advantages in the Biochemistry of Chromium (III). The Journal of Trace Elements in Experimental Medicine 16:227-236 (2003). DOI: 10.1002/jtra.10038. |
|
|