0 4 - 1 2 - 2 0 0 8
Creatine laat spiercel meer glucose opnemen (J Nutr. 2008 Nov;138(11):2212-6.)
De spiercellen van sporters nemen meer glucose op als die sporters creatine gebruiken. Toch maakt creatine spierweefsel niet gevoeliger voor insuline. Dat schrijven onderzoekers van de University of Sao Paulo in Amino Acids.
Dat creatine spiercellen vol glucose pompt is niet nieuw. Het effect van creatinesuppletie op de glucosehuishouding is zo sterk dat artsen zelfs overwegen om creatine in te zetten als medicijn tegen diabetes-2. Bij diabetes-2 is het lichaam door overgewicht ongevoelig geworden voor insuline. Daardoor nemen de cellen niet meer genoeg glucose op.
Omdat ze wilden weten of creatine spiercellen inderdaad gevoeliger maakt voor insuline deden de onderzoekers een proef met een half dozijn gezonde jonge mannen. De ene helft van de mannen kreeg een placebo, de andere slikte twaalf weken creatine. De eerste week kregen de mannen 24 gram creatine per dag, de overige elf weken slikten ze de helft van die dosis.
De mannen trainden. Drie maal per week moesten ze veertig minuten hardlopen met een intensiteit van zeventig procent van hun VO2max.
Vlak voordat de creatinesuppletie begon, en na vier, acht en twaalf weken gaven de onderzoekers de proefersonen een partij glucose en keken vervolgens hoe snel die glucose uit het bloed van de mannen verdwenen. Hoe sneller dat gebeurt, hoe meer glucose de spieren opnemen.
De combinatie van training en creatine verhoogt dus de opname van glucose door de spiercellen. Maar doet creatine ook iets met insuline? Omdat ze daar achter wilden komen bepaalden de onderzoekers in het bloed de concentratie insuline toen de mannen nuchter waren. De onderzoekers vermoedden aanvankelijk dat creatinesuppletie de aanmaak van insuline zou verhogen. Dat was niet het geval.
De spiercellen van creatine gebruikers nemen dus meer glucose op via een mechanisme dat weinig met insuline te maken heeft. De spieren maken wellicht meer van het glucosetransporteiwit GLUT4 aan, opperen de onderzoekers. Andere mogelijke factoren zijn een verhoogde productie van IGF-1 door spiercellen, of het opzwellen van spiercellen waardoor die via osmose meer voedingsstoffen opnemen.
|
|
|