2 1 - 0 2 - 2 0 0 9
Dagje ouder? Extra leucine versterkt anabole prikkel eiwitten
(Am J Physiol Endocrinol Metab. 2006 Aug;291(2):E381-7.)
Een paar gram leucine versterkt de groeiprikkel die eiwitrijke maaltijden afgeven aan het spierweefsel. Tenminste: bij ouderen. Dat schrijven Amerikaanse wetenschappers in de American Journal of Physiology - Endocrinology & Metabolism.
Leucine is meer dan essentieel aminozuur dat je lichaam nodig heeft om spierweefsel op te bouwen.
Leucine heeft ook een signaalfunctie, blijkt uit onderzoek. Maaltijden of eiwitsupplementen met veel leucine verhogen de afgifte van insuline en stimuleren in de spiercel de moleculaire machinerie waarmee de cel spiervezels opbouwt.
Voeg je leucine toe aan een eiwitijke maaltijd, dan bouwen ouderen daardoor meer spiereiwitten op, meldden Franse onderzoekers drie jaar geleden. Dat was goed nieuws voor oudere krachtsporters.
Ben je jonger dan dertig, dan reageert je lichaam goed op de anabole prikkel van eiwitrijke maaltijden. Word je ouder, dan neemt je gevoeligheid voor die prikkel af. Misschien kunnen oudere sporters dat ondervangen door hun inname van eiwitten over de dag te concentreren binnen een beperkt aantal eetmomenten. 'Pulsvoeding', heet dat concept. Eiwitten waarvan de aminozuren na inname snel in het bloed komen, zoals wei-eiwitten en soja-eiwitten, zouden daarvoor het meest geschikt zijn.
Maar hoe reageren jonge mensen eigenlijk op extra leucine tijdens eiwitrijke maaltijden?
Die vraag hebben onderzoekers van de University of Texas willen beantwoorden door een proef op twintig oudere mannen en vrouwen, die halverwege de zestig waren, en ongeveer evenveel mannen en vrouwen van rond de dertig.
De helft van de proefpersonen kreeg een mix van aminozuren die qua samenstelling lijkt op de aminozuren die je aantreft in wei-eiwit. Daarvan is 26 procent leucine.
De andere helft van de proefpersonen kreeg eenzelfde mix, maar dan met verhoudingsgewijs meer leucine. Die mix bestond voor 41 procent uit leucine. De onderzoekers hadden de hoeveelheid van de andere aminozuren in de mix verminderd. Beide groepen consumeerden 6,7 gram aminozuren.
Na de inname van de aminozuren bepaalden de onderzoekers de fractional synthetic rate van de proefpersonen. Dat is een benadering van de hoeveelheid spierweefsel die de spieren van de proefpersonen opbouwen. De figuur hieronder geeft de FSR weer gedurende de eerste 210 minuten na inname van de aminozuren.
De 'gewone' aminozurenmix had geen statistisch significant effect op de aanmaak van spiereiwit bij de ouderen. De leucinerijke mix had dat wel. Voor de jongere proefpersonen maakte het niet zoveel uit of ze nou aminozuren met 41 of 26 procent leucine consumeerden.
De onderzoekers keken ook naar de hoeveelheid van het aminozuur fenylalanine die werd opgenomen door het spierweefsel of juist uit het spierweefsel werd geknikkerd. Naarmate de spiercellen meer fenylalanine opnemen zijn de opbouwprocessen in de spier meer, en de afbraakprocessen juist minder prominent.
De leucinerijke aminozuurmix versterkte bij de ouderen de anabole processen - of verzwakte de katabole processen. Bij de jongeren had leucine geen effect.
Leucinesupplementen zijn een bescheiden hit aan worden in supplementenland. Krachtsporters nemen enkele grammen van het overigens smerig smakende spul tijdens hun eiwitrijke maaltijden in de hoop dat ze daardoor hun lichaam een meer anabool milieu maken. En als je afgaat op de recente studies, dan is dat helemaal niet zo'n raar idee.
Het onderzoek werd overigens betaald door het Japanse Ajinomoto, een producent van leucine.
|
|
|