0 7 - 0 8 - 2 0 0 8
De eerste endurance-drug van de nieuwe generatie heet Aicar (Cell. 2008 Jul 30. [Epub ahead of print].)
Je voert vier weken lang geen klap uit, maar je slikt wel elke dag pilletjes. Daarna ga je op een loopband staan, en tataa! Je kunt ineens 23 procent
langer rennen dan vier weken geleden, en je legt in die tijd ook nog eens 44 procent meer afstand af.
Het overkwam de muizen in het lab van Ronald Evans. Evans gaf zijn proefdieren Aicar.
De chemische structuur zie je hiernaast. Aicar is een experimenteel middel van Schering-Plough. Het zit in een preparaat dat cardiologen via een infuus kunnen inbrengen tijdens hartoperaties. Het verbetert de conditie van de hartcellen tijdens zuurstofgebrek. Aicar is reteduur - een gram kost tachtig euro - en Evans had er veel van nodig. Hij gaf zijn dieren vijfhonderd milligram per kilo lichaamsgewicht per dag.
Aicar activeert in cellen het enzym AMP-activated protein kinase of AMPK. Dat enzym wordt normaliter geactiveerd door duurinspanning.
Veel van de positieve effecten van duurtraining zijn het werk van geactiveerd AMPK.
Evans is al een tijd op zoek naar endurance drugs, in de hoop dat hij "het" middel tegen overgewicht vindt. Misschien heeft hij dat middel ook al gevonden, suggereert Evans' artikel in Cell.
In het onderzoek dat straks verschijnt test Evans twee middelen. De ene is Aicar, de andere is de PPAR-delta-agonist GW501516 of, zoals Evans hem noemt, GW5015. GW5015 is een experimenteel medicijn van GlaxoSmithKline. Het verhoogt de concentratie van het "goede cholesterol" HDL in het lichaam.
PPAR-delta is net als AMPK een sleutelfactor in de positieve effecten van duurtraining. Genmuizen met meer PPAR-delta in hun spieren lopen harder en langer. GW5015 prikkelt PPAR-delta.
Evans gaf zijn muizen vier weken achtereen dagelijks vijf milligram GW5015 per dag. In hun spieren ging de aanmaak van allerlei eiwitten die zorgen voor de energieproductie omhoog. Maar toen Evans de muizen in een molentje liet lopen, zag hij geen effect. De muizen liepen niet harder en niet langer. Dat gebeurde wel toen Evans zijn dieren en GW5015 gaf en ze liet trainen. Dat zie je hieronder.
Door de combinatie van training en GW5015 konden de muizen 68 procent langer rennen en zeventig procent meer afstand afleggen.
Dus: training + GW5015 = super-marathonloper.
Dat alleen GW5015 niet genoeg is om van een muis een marathonmuis te maken komt waarschijnlijk omdat je meer of actiever AMPK nodig hebt om een marathonmuis te maken. GW5015 zorgt daar niet voor, training wel.
En Aicar - natuurlijk.
De vraag die bij de ergogeen-geobsedeerde lezertjes opduikt is natuurlijk wat er gebeurt als je training, Aicar en GW5015 met elkaar combineert. Wel, dat staat maar voor deel in het stuk. Toen Evans beide middelen aan die muizen gaf, explodeerde in hun spiercellen de hoeveelheid van signaaleiwitten die met de energieproductie samenhangen. Hieronder zie je bijvoorbeeld wat er met het eiwit UCP3 gebeurde.
Je ziet het effect van een nepmiddel (V), GW5015 (GW), Aicar (AI) en de combinatie van GW501516 en Aicar op UCP3 bij gewone muizen (WT) en muizen die geen PPAR-delta kunnen aanmaken (KO).
Evans zal heus wel hebben gekeken hoe hard de muizen konden lopen die zowel Aicar als GW5015 kregen. Hij zal heus wel hebben gekeken wat er gebeurt als je die muizen ook laat trainen. Maar er staat helemaal niks over in het stuk - behalve dan dat de vetmassa van de dieren slinkt.
Evans houdt het achter de hand, vermoeden we. Om later eens flink uit te pakken in Nature of in Science. Maar die stukken verschijnen pas als Evans het idee om een PPAR-delta-agonist en een AMPK-booster te combineren in een anti-vetzuchtpil heeft laten vastleggen in een patent.
|
|
|