1 0 - 0 3 - 2 0 0 9
Dierstudie: Echinacea en Sint Janskruid verlagen prolactinespiegel (Phytomedicine. 2005 Sep;12(9):644-7.)
Twee op het eerste gezicht afgekloven supplementen kunnen de aanmaak van het mannelijke geslachsthormoon stimuleren. Volgens een al wat oudere dierstudie van de University of Naples Federico II verminderen Echinacea purpurea en Hypericum perforatum de aanmaak van het hormoon prolactine door de hypofyse. Prolactine is een geduchte remmer
van het anabole hormoon testosteron.
De reden dat de Italiaanse farmacologen op het idee om de hormonale effecten van Echinacea en Sint Janskruid te onderzoeken was dat onderzoekers medio jaren negentig aantoonden dat prolactine het immuunsysteem afremt, en dat supplementen als Echinacea, Sint Janskruid en Siberische ginseng - voluit: Eleutherococcus senticosus - volgens supplementenmakers het immuunsysteem juist stimuleren. [Kort door de bocht, ik weet het.] Vandaar dat de Italianen dachten: zou dat kunnen komen doordat die supplementen de prolactinespiegel verlagen?
En wat doe je dan als onderzoeker? Je bestelt een partij ratten en die prop je enkele dagen zo vol met gedroogd poeder dat de dieren er bijkans aan bezwijken. Zo ook de Italianen. Ze gaven mannelijke ratten vijftien dagen achtereen elke dag per kilogram dertig of honderd milligram Echinacea [EP], Sint Janskruid [HP] en Siberische ginseng [ES].
Drie dagen behandeling toediening deed niets. Maar na vijftien dagen zagen de onderzoekers dat Echinacea en Sint Janskruid de prolactinespiegel verlaagden.
De onderzoekers hebben het mechanisme waarop de supplementen dat doen niet verder uitgepluisd. Maar dat weerhoudt ze er niet van te speculeren. Misschien verhogen Echinacea en Sint Janskruid de afgifte van prolactine door de hypofyse doordat ze de aanmaak van de neurotransmitter dopamine [structuur hiernaast; boven] verhogen. Meer dopamine betekent minder prolactine en meer geslachtshormoon
en groeihormoon. Een andere mogelijkheid is
dat bestanddelen in de kruiden de afbraak van dopamine saboteren. Een derde mogelijkheid is dat bestanddelen van de planten de werking van dopamine imiteren. In Echinacea zit bijvoorbeeld cholorogeenzuur [structuur hiernaast; midden], een verbinding die wel een beetje lijkt op dopamine.
Als het klopt wat de Italianen theoretiseren, dan is koffiezuur [figuur hiernaast; onder] - aanwezig in noten en een reeks van vruchten, groenten en koffie - mischien ook een dopamine-mimmicker. Koffiezuur lijkt nog meer op dopamine dan cholorogeenzuur.
Siberische ginseng deed in dit experiment trouwens niets. Dat is niet zo vreemd. Uit maar weinig studies blijkt dat Siberische ginseng iets nuttigs doet.
|
|
|