|
0 3 - 0 1 - 2 0 0 8
Een beetje dik is niet dodelijk (Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2764-9.) [Offline]
En blij dat ze waren, de Nederlandse dikkerds. Op de voorpagina's van de kranten verscheen het bericht dat een dikke buik juist gezond is en de kans op sterfte verlaagt. [ANP 31 december 2007] [Offline] Dikke 55-plussers, kopt de Volkskrant, leven daardoor anderhalf jaar langer dan magere. [Volkskrant 31 december 2007] [Offline]
Bron van de berichten is een artikel dat is verschenen in het Nederlands Tijdschrift voor de Geneeskunde. In dat stuk vertellen onderzoekers van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut dat ze een aantal grote recente epidemiologische studies hebben geraadpleegd om te zien hoe gevaarlijk overgewicht nou precies is.
In oude studies verhoogt een BMI boven de 25 weliswaar de sterftekans, maar in recente niet. Hoe zit dat? Dat wilden de onderzoekers weten.
Uit nog niet eerder gepubliceerde gegevens van deelstudies die zijn verzameld in de Health and Retirement Study stelden de onderzoekers de onderstaande figuur samen. De zwarte vierkantjes hebben betrekking op mannen, de grijze ruitjes op vrouwen. De mannen en vrouwen zijn tussen de 55 en 80 jaar. Op de verticale as zie je de kans op sterfte, op de horizontale as de BMI. Het stippellijntje staat voor de vrouwen, de getrokken lijn voor de mannen.
Zoals je ziet is een BMI tussen de 24 en de 31 het meest gezond. Daarbij is de sterftekans het laagst. Duikt je BMI onder de 24, dan stijgt je sterftekans. Mensen met een te hoge BMI leven dus langer dan mensen met gezonde BMI. Al geldt dat natuurlijk niet voor de groep dikkerds met een BMI boven de 31.
Waarschijnlijk is de BMI geen goede maat om vetzucht te meten, stellen de onderzoekers. De BMI is gebaseerd op een soort Europees standaardlichaam, dat in werkelijkheid nu eenmaal niet het doorsneelichaam is. Aziaten hebben bijvoorbeeld een ranker lichaam dan Europeanen. Bij een 'gezonde' BMI kunnen Aziaten toch teveel vetmassa hebben.
Een andere en wellicht belangrijker factor, aldus de onderzoekers, is echter de opkomst van de statines en andere medicijnen geweest.
"Meer en betere opsporing en behandeling van cardiovasculaire risico’s bij een verhoogde BMI kunnen daarbij leiden tot een betere prognose dan die geldt voor mensen met een normale BMI", schrijven de onderzoekers. Daar voegen ze dan aan toe dat die betere gezondheid wordt gekocht met medicijnen. [Het is dus eigenlijk nep-gezondheid - red.]
"Verder onderzoek naar wat een optimaal gewicht is blijft nodig", besluiten de onderzoekers. "Het is ondertussen medisch en maatschappelijk onverantwoord om zonder meer evidence overgewicht met een BMI < 30 tot een gezondheidsprobleem te verklaren."
0 5 - 0 1 - 2 0 0 8
Koffieleut leeft langer
(Br J Nutr. 2007 Dec 6;:1-8 [Epub ahead of print].)
Hoe meer koppen koffie zeventig-plussers drinken, des te ouder worden ze. Dat ontdekten Finse onderzoekers die meer dan achthonderd ouderen vijftien jaar hebben gevolgd.
De studie van de University of Kuopio past in een trend. In de jaren zeventig verscheen de ene koffie-is-reteslecht-studie na de andere, maar nu is het helemaal andersom. Koffie is gezond geworden.
Dit onderzoek wijkt af van de andere epidemiologische studies omdat het kijkt naar de totale sterfte, en niet of koffie de kans op een specifieke ziekte vermindert.
De onderzoekers begonnen het onderzoek in 1991, nadat ze achthonderd ouderen hadden verzameld die tussen de 70 en 94 jaar oud waren.
De onderstaande figuur, versimpeld en samengesteld uit het materiaal dat binnenkort verschijnt in de British Journal of Nutrition, vat samen wat de onderzoekers vonden.
De onderzoekers zetten de sterftekans van de ouderen die 1 tot 2 koppen koffie per dag dronken op 1. De ouderen dronken overigens praktisch altijd gewone filterkoffie. Gemiddelde gaat er in een Finse kop koffie, schatten de onderzoekers, 125 milliliter van het zwarte spul. [Een koffiekopje dus - red.]
Ouderen die geen koffie dronken hadden ongeveer een net zo hoge sterftekans [RR = 0.98] als ouderen die dagelijks 1 tot 2 koppen koffie dronken. Bij ouderen die dagelijks goed waren voor 3 tot 4 koppen koffie was die sterftekans gezakt naar 0,96. Bij ouderen die dagelijks zeven koppen of meer dronken zakte de sterftekans naar 0,76.
De maximale inname die de onderzoekers vonden was twintig kopjes per dag.
De Finse studie is volledig epidemiologisch. Aan het mogelijke mechanisme achter het effect maken de onderzoekers nauwelijks woorden vuil. "Coffee is a rich source of polyphenols, and in the Nordic countries coffee is the greatest contributor of dietary antioxidants", schrijven ze. "As proposed earlier, the array of pharmacological effects of caffeine could also explain a protective effect on total mortality."
|
|
|
[Definitie:] "An ergogenic aid is any substance or phenomenon that enhances performance."
(Wilmore and Costill) 
