|
||
|
||
1 1 - 0 8 - 2 0 0 6 De geheime dienst orkestreerde de Oost-Duitse dopingnachtmerrie
De Stasi, de Oost-Duitse geheime dienst, controleerde de Oost-Duitse topsport tot in detail - inclusief het gebruik van anabolica. Dat blijkt uit het nieuwe boek van sporthistoricus Giselher Spitzer, dat op 10/08/06 in Dresden aan het publiek is gepresenteerd. Doping, staatsterreur en spionage gingen in de oude DDR hand in hand, blijkt uit de zevenhonderd pagina's tellende werk.
Spitzer schreef eerder over de bemoeienis van de Stasi met voetbalclub Dynamo. In dat boek kun je bijvoorbeeld lezen hoe de spelers van Dynamo soms hallucinerend op het veld stonden omdat ze de DDR-amfetamine Aponeuron hadden gekregen. Spitzers nieuwe boek gaat verder in op de rol van de Stasi in de DDR-sportwereld. Gefinancierd door de Bondsdag wurmde hij zich door archieven en sprak hij met getuigen. Hij wil dat zijn onderzoek de Duitsers helpt om schoon schip te maken. "Veel sleutelfiguren van toen zijn nooit gestraft", zegt hij. "Ze werken nog steeds in de sport en soms vertegenwoordigen ze ons land in het buitenland."
Daarom noemt Spitzer graag namen. Van de daders, welteverstaan. De slachtoffers blijven in zijn boek anoniem. Ze hebben al genoeg ellende meegemaakt. Ze verloren hun baan, hun huis, hun vrienden. Ze werden monddood gemaakt. Soms konden ze vluchten naar het Westen, maar daar geloofde niemand hun verhalen - wie iets zei over doping in de communistische arbeidersparadijzen werd verketterd. Vraag maar aan Brigitte Berendonk.
De Stasi bespioneerde sporters, en maakten slachtoffers. Wie volgens de dossiers van de Stasi pacifist was kon niet meer meedoen aan wedstrijden. Hetzelfde kon gebeuren met sporters met vrienden in het Westen. Trainers, die het oneens waren met de macht van de Stasi over de sport, verloren hun baan. Ongeveer 1 op de 10 topsporters werd door spionnen aangewezen als 'staatsgevaarlijk' - en verwijderd. Talent was geen factor in de zuivering van de atletische DDR-populatie.
Tot de Stasi-spionnen behoorde de discuswerpster Evelyn Jahl, die in 1980 het wereldrecord op haar naam schreef. Ze was één van de zeshonderd Inoffizielle Mitarbeiter van de geheime dienst in de sport. Haar verslagen over haar collega’s waren zo negatief, dat de Stasi de helft van haar verslagen zwartmaakte – omdat zelfs de Stasi vond dat Jahl te ver ging.
In de loop van de jaren werd de grip van de Stasi op de sport steeds krachtiger. Op de Olympische Spelen van 1972 was tien procent van het Oost-Duitse team spion. In 1984, in Serajevo, was dat al een kwart.
Tegenover de spionnen stonden de slachtoffers van de geheime dienst. Een van hen was de trainer van een voetbalclub die concureerde met het team van Dynamo, de club van de geheime dienst. De directeur van de Stasi, Erich Mielke, was ook directeur van Dynamo, en Mielke dwong scheidsrechters om Dynamo keer op keer te laten winnen. Mielke dwong ook journalisten om de tegenstanders van Dynamo af te kraken.
Toen de trainer na een wedstrijd door een journalist werd bezocht, zei hij: "Je kunt het interview bij Mielke afhalen." Daarna luisterde de Stasi het huis van de trainer af, en plaatste microfoons op de bank langs het voetbalveld waar hij altijd zat, net zo lang totdat de dienst genoeg informatie had gekregen om de trainer werkloos te maken.
Ongeveer één op de drie mensen die de Stasi benaderde om te spioneren hapte toe. De rest niet. De spionnen werkten in 95 procent van de gevallen vrijwillig, omdat ze er hun voordeel mee konden doen. Soms konden ze zich dingen veroorloven, die andere sporters de kop zouden kosten. Zoals de gewichtheffer, die tijdens de Spelen van 1980 in Moskou werd gepakt op doping – ondanks het programma van de DDR dat detectie onmogelijk maakte. De man had, bleek later, had op eigen houtje extra anabolen genomen. Omdat hij voor de Stasi spioneerde, en verslagen van zijn hand soms op het bureau van chef Mielke zelf waren beland, werd de gewichtheffer niet bestraft. Nu we het toch over doping hebben: Spitzer ontdekte dat het dopingprogramma nog een graadje gewetenlozer was dan we al wisten. Ook kinderen van tien jaar, twaalf jaar kregen anabolen. Turnstertjes en kunstschaatsers kregen de steroïden gemengd door het eten.
"Dit is belangrijke informatie voor de dopingslachtoffers", zegt Spitzer in een interview met de Duitse publieke omroep ARD. "Veel sporters denken dat ze geen dopingslachtoffer zijn, omdat ze geen pillen of spuiten hebben gehad."
Spitzers boek heet Sicherungsvorgang Sport. Het is verschenen bij Verlag Hoffmann.
1. Neue Stasi-Studie. Massiver Einfluß auf Spitzensport. Frankfurter Allgemeine, 10. August 2006. |
|
|