0 3 - 0 1 - 2 0 1 0
Ginkgo's anabole werking in verouderende spieren (PLoS One. 2009 Nov 24;4(11):e7998.)
Sporters die een dagje ouder worden doen zichzelf een groot plezier als ze extracten van de bladeren van de oeroude boom Ginkgo biloba gebruiken. Tenminste, als je de resultaten van een dierproef die in 2009 verscheen in PLoS One gemakshalve doortrekt naar mensen. In oudere ratten werken de extracten anabool. Ze draaien katabole verouderingsprocessen in het spierweefsel terug.
Ginkgo biloba is een wondermooi longevity-supplement. In dierstudies en epidemiologische studies verlengen ginkgo-extracten de levensduur. In proeven met aaltjes beschermen ze spierweefsel tegen afbraak door veroudering. De onderzoekers, verbonden aan Franse onderzoeksistellingen als Inserm en CNRS, hadden vooral interesse in dat laatste aspect. Misschien, dachten ze, is Ginkgo biloba een middel tegen sarcopenia.
Sarcopenia is de wetenschappelijke term voor ouderdomszwakte. Spieren verliezen hun functie en kracht als mensen verouderen. Hoe dat precies komt is onbekend.
De onderzoekers deden een experiment met oude labratten van 22 maanden. Die kregen 2 maanden lang dagelijks per kilogram lichaamsgewicht 75 mg ginkgo-extract via hun drinkwater. Het humane equivalent van die dosis is 600-800 mg extract per dag.
Het gebruikte extract was EGb 761, en was geleverd door het Franse Ipsen. [Webstek] Een controlegroep oude ratten kreeg geen ginkgo. Een tweede controlegroep bestond uit jonge ratten van 4 maanden. Die kreeg ook geen ginkgo.
Na 60 dagen keken de onderzoekers in de kuitspier soleus van de dieren wat de ginkgokuur voor effect had. Da's een rare keuze. De soleus is niet zo gevoelig voor verouderingsprocessen. Een andere kuitspier, gastrocnemius, reageert sterker op veroudering. Het zou dus zomaar kunnen dat deze studie het anabole effect van ginkgo onderschat.
Whatever.
Toen de onderzoekers na de ginkgokuur de lichaamssamenstelling van de oude ratten bekeken, zagen ze dat de extracten beschermden tegen de gewichtstoename op latere leeftijd. Oude labratten worden dik. Bovendien hadden de dieren meer spierweefsel als ze ginkgo hadden geslikt.
Het effect van ginkgo was trouwens niet zo sterk dat de extracten de oude ratten net zoveel spierweefsel gaven als de jonge dieren hadden.
De ginkgobehandeling zorgde ook voor meer spierkracht. Dat ontdekten de onderzoekers toen ze spiervezels uit de soleus van de ratten lieten samentrekken en bepaalden hoeveel kracht die vezels konden genereren.
Een opvallend effect van de ginkgosuppletie was de concentratie van het enzym creatinekinase in het bloed van de ratten. Die concentratie is een biomerker voor spierafbraak. Hoe meer creatinekinase in het bloed, des te slechter zijn spieren eraan toe. Bij de jonge dieren was dat 370 U/L. Bij de onbehandelde oude ratten steeg die tot 737 U/L. Kregen de oude ratten ginkgo, dan zakte de creatinekinasespiegel tot 371 U/L.
Een dat een tamelijk goed aangeschreven tijdschrift als PLoS One het Franse onderzoek publiceerde, was dat de onderzoekers met genomicstechnologie de activiteit van tienduizend genen in het DNA van de spiercellen bepaalden. Zo ontdekten ze dat ginkgosuppletie invloed had op 1015 van die genen.
De belangrijkste van die genen deden iets met de aanmaak van spierweefsel, zoals de genen voor follistatin, follistatin related protein, activin receptor type I, embryonic myosin heavy chain en ryanodine receptor 3. Die genen gingen harder werken. Andere genen waarop ginkgo van invloed was lieten spiercellen meer vetzuren verbranden, zorgden dat de mitochondria in de spiercellen minder vrije radicalen produceerden of lieten de spiercellen minder glucose maar meet vet gebruikten als brandstof.
Ginkgo liet ook het gen voor tenascin C twee keer harder werken dan normaal. Tenascin C is een molecuul in de aanhechtingen van spieren. Het is een bestanddeel van collageen I en III. Niet alleen de spiermassa en de spierkracht nemen dus toe door ginkgo, maar ook de aanhechtingen worden er sterker door.
De onderzoekers vermoeden dat Ginkgo biloba ouderen kan beschermen tegen sarcopenia. Als ze gelijk hebben, dan hebben levensverlengers daarmee een nieuw middel in handen waarmee ze hun spieren sterk kunnen houden. De belangrijkste instrumenten die levensverlengers daarvoor tot nu hadden waren calorische restrictie en krachttraining.
|
|
|