1 3 - 0 5 - 2 0 0 9
Hoge doses vitamine C en E beschermen zwembandjes tegen cardio
(Proc Natl Acad Sci U S A. 2009 May 11. [Epub ahead of print].)
Je rent je een paar keer in de week in het zweet, je let op je eten - maar toch blijven die moederknuffelende zwembandjes zitten waar ze zitten.
Herkenbaar? Misschien hebben Duitse voedingswetenschappers ontdekt hoe dat komt. Volgens hun publicatie die binnenkort verschijnt in het
hoog aangeschreven PNAS saboteren hoge doses vitamine C [structuur hieronder] en E het effect van training op de insulinegevoeligheid.
Dikke mensen hebben een verhoogde kans op suikerziekte omdat hun vetmassa cellen doof maakt voor insuline. Bij gezonde mensen leidt volgens fitnessgoeroes
een milde mate van insuline-ongevoeligheid tot vetophopingen in de middensectie. [Liefdeshandvaten. De kinderen van uw plastisch chirurg rijden er
paard van.] Lichaamsbeweging maakt daarentegen de receptoren in de spiercellen juist gevoeliger.
Bij insulineresistentie spelen vrije radicalen een sleutelrol, suggeren studies. Mensen en proefdieren die continu veel vrije radicalen in hun
systeem hebben worden resistent voor insuline. Diezelfde vrije radicalen komen echter ook in fikse hoeveelheden vrij als je intensief beweegt.
Vandaar dat de Duitsers zich afvroegen of je het positieve effect van lichaamsbeweging kunt versterken als je proefpersonen dagelijks duizend
milligram vitamine C en vierhonderd eenheden vitamine E laat slikken.
De onderzoekers lieten veertig proefpersonen vier weken sporten. De helft van hen deed nooit aan sport, de andere helft trainde dagelijks gemiddeld
een uur. Alle proefpersonen moesten vijf dagen per week naar de gym, waar ze veertig minuten circuittraining deden en twintig minuten fietsten. De
ene helft van het slikte vitamines, de andere helft een placebo.
De figuren hieronder laten zien hoe snel glucose uit het bloed van de proefpersonen verdween. Hoe hoger die waarde, hoe groter de verhoging van
de insulinegevoeligheid. De witte balken staan voor de beginsituatie, de gekleurde voor de situatie na vier weken. Het slikken van de vitamines
voorkwam dat het sporten gevoeligheid voor insuline verbeterde.
Lichaamsbeweging verhoogt de aanmaak van signaalmoleculen als PGC-1-alfa en PGC-1-beta in de spiercel. Het verhoogt ook de aanmaak van de 'vetsensor'
annex transcriptiefactor PPAR-gamma. In zowel de getrainde als de ongetrainde proefpersonen deed de suppletie dat effect teniet. Meer PPAR-gamma betekent
meer vetverbranding. Meer PGC-1alfa betekent meer mitochondria.
Lichaamsbeweging genereert vrije radicalen in spieren. Spiercellen wapenen zich daartegen, en gaan meer endogene anti-oxidanten aanmaken, zoals
superoxide-dismutase-1 en-2. Ook dat effect wordt door de suppletie teniet gedaan.
Dat lichaamsbeweging spieren anti-oxidanten laat aanmaken komt kennelijk juist doordat bewegende spieren vrije radicalen
genereren, concluderen de Duitsers. Supplementen met fikse hoeveelheden anti-oxidante vitamines kunnen de aanmaak van vrije radicalen remmen, en
ondermijnen zo het positieve effect van training op de endogene aanmaak van anti-oxidanten.
Hum.
Vraagje van onze kant: verminderen antioxidante vitamines ook dat spieren door krachttraining ueberhaupt groter worden? Die vraag is
nu niet zo raar meer. Sportwetenschappers van Liverpool John Moores University meldden in 2006 al dat het slikken van een gram vitamine C het herstel van spieren na intensieve training vertraagt.
|
|
|