|
||
|
||
1 0 - 0 3 - 2 0 0 3 In de Zaak Norboleton verdenken dopingjagers Pat Arnold
De precursor-paus Pat Arnold is misschien de maker van het nieuwe anabool norboleton dat dopingjagers hebben gevonden in de urinemonsters van een wielrenster. Dat vermoedt het Amerikaanse antidoping-agentschap. De dopingjagers hebben hun bewijsmateriaal overgedragen aan de federale overheid van de VS.
Terry Madden, de baas van het agentschap, vertelt de Washington Post dat er meerdere sporen zijn die naar Arnold leiden. Maar het gros van dat materiaal komt uit de tweede hand en het web. Het dopingagentschap heeft niet de middelen om er zelf achteraan te gaan.
Dopingjager Don Catlin komt norboleton op het spoor als hij de urine van de Amerikaanse Tammy Thomas onderzoekt. Het monster bevat geen anabolen, maar de concentratie natuurlijke hormonen is nihil. Dat wijst op toediening van exogene hormonen. Dus verdenkt Catlin Thomas ervan een anabool gebruikt te hebben waarvoor geen tests bestaan. 'Designer-anabolen' heten die in de kringen van dopingjagers: anabolen die niet op de reguliere markt zijn, maar wel door ondergrondse laboratoria voor sporters worden geproduceerd.
Als Catlin de urine van Thomas grondiger onderzoekt vindt hij een stof die wel eens een anabool kan zijn. Hij pakt de oude textbooks erbij en vindt een kandidaat: norboleton, of op z'n Engels norbolethone. Een Amerikaans bedrijf, Wyeth Laboratories in Philadelphia, heeft daar tussen 1964 en 1972 aan gewerkt.
Catlin neemt contact met Wyeth en krijgt een proefmonster van het anabool. Met dat vergelijkingsmateriaal is een koud kunstje om aan te tonen dat Thomas norboleton heeft gebruikt. Meer dan eens zelfs. Catlin vindt het hormoon in een monster van Thomas uit 2001 en een eentje uit 2002.
Maar waar komt het anabool vandaan? Tijdens een verhoor van de wielrenner komt een eerste aanwijzing naar boven. Thomas ontkent dat ze anabolen heeft gebruikt, en geeft de schuld aan het anticonceptiemiddel levonorgestrel dat ze heeft geslikt. Dat zou wel eens kunnen omzetten in norboleton. Theoretisch niet uitgesloten, vinden de experts. Maar waarom zijn er dan geen sporen van levonorgestrel in Thomas' urine gevonden? En, vragen de dopingjagers zich af, hoe kan Thomas nou weten dat een onbekend anabool chemisch verwant is aan een anticonceptiemiddel?
Misschien van het internet. Op UseNet vertelt Pat Arnold in een posting uit 1996 dat het anticonceptiemiddel Norplant - merknaam voor levonorgestrel - 'maar vier waterstofatomen verschilt van norboleton'.[2] Arnold had zich toen al een jaar in het anabool verdiept, blijkt uit eerdere postings. In de nazomer van 1995 zegt hij dat er nog meer interessante anabolen zijn ontwikkeld die nooit op de markt zijn gekomen.
'Hebben jullie wel eens gehoord van norbolethone, methyltrienolone, chlorotestosterone, mestanolone, normethandrolone, tiomestorone of dimethazine?', schrijft Arnold. 'Ze staan met nog meer andere anabolen in Androgens and Anabolic Agents, een boek dat de meeste bibliotheken wel hebben. De anabole werking van sommige van die middelen overtreft die van het spul wat nu op de markt is - en soms is hun verhouding androgeen-anabool ook nog prima.'
Arnold was het meest gecharmeerd van norboleton en tiomesteron, orale anabolen die twee tot vier keer meer anabool zijn dan anavar en maar een fractie hebben van de androgene bijwerkingen van methyltestosteron.[3] Hij voegde eraan toe dat de dierstudies waarop de beoordeling is gebaseerd natuurlijk niet alles zeggen.
(Of norboleton inderdaad zo mild is valt nog te bezien. Kennissen van de betrapte wielrenster zagen wel degelijk bijwerkingen. 'Haar bovenlichaam groeide', vertelt wielrencoach Pat McDonough in de Washington Post. 'Ze kreeg een zware stem en haren op haar gezicht.')
Arnolds interesse is gewekt. In een posting uit het najaar van 1995 roept hij oudgedienden in de sport op of ze zich nog iets kunnen herinneren over norboleton van Wyeth Laboratories. 'Op papier ziet het eruit als een real winner, erg anabool en weinig androgeen.'[4] Niemand reageert.
Terug naar 2003. Arnold is inmiddels de eigenaar van LPJ Research, de belangrijkste fabrikant van prohormonen in de VS. Arnold is ook de man achter kaskrakers als androstenedione en 1-AD, en zijn LPJ Research is het enige Amerikaanse supplementenbedrijf dat zelf zijn precursoren kan produceren. De andere fabrikanten moeten hun spullen bij Arnold kopen of bij Oost-Europese en Chinese bulkproducenten.
Tijdens de verhoren van Tammy Thomas vragen de dopingjagers haar of ze Arnold kent. Nee, antwoordt de wielrenster.
De Washington Post sprak in het najaar van 2002 met Arnold, en vroeg de chemicus toen of hij norboleton had geproduceerd. Arnold ontkende. 'Misschien heb ik wel eens wat gemaakt, uit nieuwsgierigheid', zei Arnold. 'Ik weet het niet meer, ik heb zoveel anabolen gemaakt. Maar als ik het gedaan heb ging het om enkele honderden milligrammen, niet meer. Ik heb niks met de zaak rond die wielrenster te maken.' Waarschijnlijk komt Thomas' anabool uit China, denkt Arnold. Bovendien, zo heel erg obscuur is norboleton ook weer niet, zegt Arnold. 'Kijk maar in de Merck Index. Daar staat-ie gewoon in.'
Hoewel dopingjagers nu ook norboleton kunnen opsporen zijn de Olympische Spelen nog lang niet dopingvrij, zegt anabolenkenner William Llewellyn. 'Als je de juiste personen kent is het niet zo moeilijk om aan designer-anabolen te komen. Wie slim gebruikt kan altijd door de tests heen glippen.'
1. Amy Shipley. Drug Testers Have Designs on New Steroid. The Washington Post, 8-3-2003. |
|
|