2 8 - 1 1 - 2 0 0 8
Langer leven met gezonde vetten (Am J Clin Nutr. 2008 Jul;88(1):203-9.)
Linolzuur is slecht en de gezondheidsrisico's van verzadigde vetzuren komen uit de duim van Unilever. Zo denken alternatieve voedingsexperts er nog steeds over. Een recente Scandinavische studie, waarin epidemiologen mannen dertig jaar hebben gevolgd, geeft ze geen gelijk. Volgens die studie verkort een dieet met veel verzadigde vetten de levensduur - en doet een dieet met veel linolzuur juist het tegenovergestelde.
|
De Zweden, verbonden aan Uppsala University, keken in de jaren zeventig in het bloed van negentienhonderd mannen van vijftig jaar naar de concentratie van een tiental voedingsvetzuren - en drie enzymen die zijn betrokken bij het metabolisme van vetzuren.
De onderzoekers keken naar stearoyl-CoA desaturase (SCD), een enzym dat verzadigd vetzuur omzet in het enkelvoudig onverzadigde oliezuur. Oliezuur zit ook in olijfolie, en je komt het overal in je lichaam tegen. Veel actief SCD in je bloed vertelt dat je veel verzadigde vetten binnenkrijgt.
Daarnaast keken de Zweden naar delta6-desaturase (D6D) en delta5-desaturase (D5D), enzymen die meervoudig onverzadigde vetzuren als linolzuur en linoleenzuur omzetten in arachidonzuur en EPA of DHA. D6D wordt actiever naarmate je meer verzadigde vetzuren binnenkrijgt.
De versimpelde tabel hieronder geeft het verband tussen de concentratie van de gemeten vetzuren, enzymen en sterfte. De vermelde relatieve sterftekans is de resultante van een toename van 1 SD van het vetzuur of enzym.
De grootste verhoger van de sterftekans is palmitinezuur. De grootste verlager van de sterftekans is linolzuur. De concentratie van SCD is een goede voorspeller van de sterftekans. De vetzuren doen dat vooral via hart en bloedvaten. Gezonde, onverzadigde vetzuren verbeteren het cholesterol en remmen ontstekingsprocessen, verzadigde vetzuren doen het tegenovergestelde.
Hieronder zie je het effect van linolzuur op de sterftekans. De ene curve vertelt de sterftekans bij de vijftig procent van de mannen met veel linolzuur, de andere geeft de sterftekans bij de vijftig procent van de mannen met weinig linolzuur.
Volgens het alternatieve kamp in de vetzuurdiscussie is linolzuur een fout vetzuur, en dan vooral omdat het een precursor is van ontstekingsfactoren. Dat is linolzuuur inderdaad, schrijven de onderzoekers. Maar linolzuur - of beter gezegd: het uit linolzuur gemaakte arachidonzuur - is ook een precursor van lipoxines, en die werken juist ontstekingsremmend.
De bottom-line van de Zweedse studie bevestigt de consensus in de voedingswetenschap: een dieet met veel verzadigde vetzuren is gewoon niet gezond. In voedingsmiddelen vind je die vooral in vette dierlijke producten - niet in vis - en in vette snacks.
|
|
|