0 8 - 0 6 - 2 0 0 9
Meer adrenaline door olijfolie (J Nutr Biochem. 2007 Oct;18(10):685-92.)
Een voedingspatroon met vierge olijfolie als belangrijkste vetbron is niet alleen gezond omdat de vetzuren in olijfolie zo goed zijn voor je zijn. In een Japanse dierstudie verhogen de fenolen in oljfolie de stofwisseling doordat ze de concentratie van de pephormonen adrenaline en nor-adrenaline verhogen. Dat
betekent misschien dat je makkelijker op gewicht blijft naarmate meer van je vetten uit olijfolie komen.
Geef je proefdieren olijfolie, dan verbranden ze spontaan meer energie dan proefdieren die vet uit vlees of mais krijgen. Olijfolie verhoogt de aanmaak van UCP's - eiwitten die in de mitochondria een alternatieve energiecyclus aanschakelen. Daardoor komt er meer energie als warmte vrij, en wordt er minder energie vastgelegd als ATP. Als je het met een hyperbool wilt uitdrukken, dan is olijfolie een homeopathische versie van DNP.
In olijfolie zitten zo'n dertig fenolen. Heeft het metabole effect van olijfolie daarmee iets te maken? Omdat ze daarover meer wilden weten deden de Japanners een proef met ratten. Die kregen vier week een high fat-dieet, waarbij de energie voor dertig procent uit vetten kwam. De ene groep kreeg maisolie, de andere olijfolie met weinig fenolen en nog een andere groep vierge-olijfolie met veel fenolen.
De figuur hieronder vertelt het effect van die vier weken vetdieet. De gegevens van de ratten met weinig fenolen hebben we uit de tabel weggelaten.
De effecten
van fenol-arme olijfolie houden het midden tussen die van maisolie en vierge olijfolie.
De ratten die olijfolie hadden gekregen hadden beduidend kleinere vetreserves. In de bruine vetcellen van de olijfolie-ratten was de aanmaak van het eiwit UCP-1 verhoogd. In de ratten die olijfolie hadden gekregen was bovendien de concentratie adrenaline en nor-adrenaline toegenomen. Dat zie je hieronder.
De onderzoekers haalden fenolen uit de olijfolie, en injecteerden die vervolgens in ratten. Weer steeg de concentratie adrenaline en nor-adrenaline.
De Japanners zijn er nu dus zeker van dat fenolen het metabole effect veroorzaken.
|
|
|