|
||
|
||
0 3 - 0 7 - 2 0 0 8
Nieuw! Receptenboek uit het Stenen Tijdperk (innovatienetwerk.org) [Offline] "Zuivel, granen en suiker zijn nu een aanzienlijk deel van onze dagelijkse voeding", zegt Huizing. "Maar die productgroepen schitteren door afwezigheid in het oerdieet, waarvoor de natuur ons eigenlijk heeft geprogrammeerd. Toch was dat paleolithisch dieet waarschijnlijk gezonder voor ons dan het dieet dat de gemiddelde Westerling anno nu toch zich neemt." Opgravingen geven Huizing daarin gelijk. Skeletten uit de periode van voor de landbouw laten zien dat we toen ongeveer even lang werden als nu. Lengte is een merker voor de kwaliteit van de voeding. Skeletten uit de perioden waarin we voor onze voeding waren aangewezen op de landbouw laten zien dat onze gezondheid door een dieet met veel granen verslechterde. "Dat zie je aan opgravingen uit de Romeinse tijd", zegt Huizing. "In Oss vonden archeologen bijvoorbeeld de stoffelijke resten van een hoofdman, die nauw samenwerkte met de Romeinen. Ondanks zijn hoge status kreeg de man een vergroeide ruggengraat als gevolg van een dieet met teveel koolhydraten. Lees: teveel granen." Die afwijking heet DISH. DISH staat voor Diffuse Idiopathische Hyperostose van het skelet. Onder invloed van dieetgoeroes als Loren Cordain en voedingswetenschappelijke ontdekkingen realiseren steeds meer mensen zich dat onze moderne voeding niet optimaal is. De interesse in het dieet van onze prehistorische voorouders neemt toe. "Je kunt dat dieet typeren met een Schijf Van Drie", zegt Huizing. "Het oerdieet bestaat uit dierlijke eiwitten, in de vorm van eieren, vis en vlees, dierlijke vetten en moeilijk verteerbare koolhydraten in de vorm van wortels en knollen. Fruit past ook in dat dieet, maar granen en zuivel niet." In het boek dat dit najaar verschijnt hebben topkok Eric van Veluwen en diëtiste Karine Hoenderdos het paleodieet vertaald in recepten. "Toen we de voedingswaarde van de recepten doorrekenden, ontdekten we dat het dieet op sommige punten verrassend goed scoorde", zegt Huizing. "Het leverde bijvoorbeeld veel foliumzuur op. Een belangrijke bron bleken de kippenlevertjes te zijn, die in een paar recepten waren verwerkt." In de periode dat de mensen nog op de savannes leefden aten mensen het hele dier, dus ook de organen. "Hersenen, de tong, de lever, niets werd weggegooid", zegt Huizing. Het consequent eten van organen maakt ook dat het paleodieet helemaal niet zo milieuonvriendelijk hoeft te zijn als sceptici soms vrezen, zegt Huizing. "We hebben bij de samenstelling van ons boek rekening gehouden met de ecologische voetafdruk. Ja, natuurlijk heb je veel hectaren landbouwgrond nodig voor dierlijke productie. Maar een belangrijke factor die dierlijke eiwitten minder milieuvriendelijk maakt is dat we tegenwoordig maar een deel van het dier opeten. We zijn eigenlijk nog maar halve vleeseters. We zijn vooral biefstuketers." |
|
|