|
||
|
||
0 1 - 1 1 - 2 0 0 2 Rendierfluweel is consumentenbedrog op hoog niveau
Fabrikant Velvetgold bakt ze in zijn campagnes wel heel erg bruin. Rendierfluweel, beweert de fabrikant, bevat de anabole groeifactor IGF-1. IGF-1 is echter nooit in rendierfluweel aangetoond. De duimzuigers achter de advertenties van Velvetgold hebben waarschijnlijk met een schuin oog gekeken naar onderzoeken waaruit blijkt dat IGF-1 de groei van het fluweel en het gewei stimuleert.
Verder hebben onderzoekers wel eens uit het fluweel het anabole eiwit Epidermal Growth Factor of EGF gehaald. EGF denatureert bliksemsnel, en al zou je het vers binnenkrijgen, dan nog heb je er weinig aan. De hoeveelheden zijn miniscuul.
Een overzicht van alle claims die bedrijven maken vind je op de website van de Life Extension Foundation. Het is een listig verhaal: eerst vertelt het stuk je dat een onderzoeker een stofje heeft gevonden in het bewuste supplement, en daarna gaat het verhaal verder over wat het stofje volgens een andere onderzoeker allemaal kan. Als je er elke dag tienduizend keer zoveel van injecteert in een rat, een maand lang. Maar dat we ondertussen praten over totaal andere hoeveelheden dan de kabouterbeetjes in supplementen, daarover lees je niks.
De meest voorkomende claims zijn dat rendierfluweel de aanmaak van testosteron stimuleert, het herstel van training bevordert, het lichaam bestand maakt tegen stress en het immuunsysteem stimuleert. De industrie brengt die boodschap met zoveel verve dat toxicologen zich zorgen maken. Ze vragen zich af of zo'n sterk hormonaal middel niet allerlei nare bijwerkingen heeft.
De industrie maakt daar weer handig gebruik van, en waarschuwt in advertenties omstandig voor de androgene bijwerkingen. 'Mannen met prostaatkanker en vrouwen met borstkanker kunnen dit beter niet nemen', staat er dan. Atleten die bekend zijn met anabolen worden door die waarschuwing juist geprikkeld om rendierfluweel te kopen. Merkwaardig genoeg adviseren dezelfde bedrijven zwangere vrouwen om vooral rendierfluweel te gebruiken.
Achter alle ergogene hoempapa gaat een economische drijfveer schuil. Rendierfokkers hebben last van a. de prionziekte BSE, b. een beroerd imago omdat de media BSE breed uitmeten en c. Koreanen die als gevolg van a. en b. steeds minder interesse in het product hebben. Korea was vroeger goed voor 85 procent van de wereldmarkt voor rendiergewei, maar die tijd is voorbij. Daarom is de rendierindustrie een monsteroffensief begonnen om Westerse consumenten ervan te overtuigen wat voor prachtproduct rendierfluweel wel niet is.
Voor die campagne kreeg de rendierindustrie bijvoorbeeld drie Canadese onderzoekers zover om een studie te fabriceren waaruit zou blijken dat het supplement de aanmaak van testosteron met factor vijf laat toenemen. Een abstract van dat onderzoek circuleert op het web.
Het is een ongeloofwaardig onderzoek. De gebruikers zouden wel meer testosteron aanmaken, maar ook na enkele weken niet vooruitgaan in hun krachttraining. Geen tijdschrift heeft het onderzoek tot nu willen publiceren.
Wel gepubliceerd is de studie van Nieuw-Zeelandse seksuologen, die rendierfluweel uitprobeerden op 32 paren tussen de 45 en 65 jaar.
In een 12 weken durende trial slikten de mannen van de stellen dagelijks twee capsules, waarvan ze niet wisten of het nu een placebo was of een echt supplement. Voor en vlak na de behandeling moesten de mannen en hun partners twee vragenlijsten invullen. De ene ging over het bereiken van erecties (voor hem), de andere over de kwaliteit van de seks (voor haar).
Voor en vlak na de proef namen de onderzoekers bloedmonsters af en bepaalden hoeveel testosteron en andere sekshormonen daarin zaten.
Toen bleek dat de supplementen geen enkel effect hadden. "Alle supplementen zouden eerst in deugdelijke studies getest moeten worden, compleet met placebogroepen, voordat ze op de markt mogen komen", schrijven de ietwat teleurgestelde Nieuw Zeelanders in hun artikel.
1. Dicks P, Morgan CJ, Morgan PJ, Kelly D, Williams LM. The localisation and characterisation of insulin-like growth factor-I receptors and the investigation of melatonin receptors on the hair follicles of seasonal and non-seasonal fibre-producing goats. J Endocrinol 1996 Oct;151(1):55-63. [Link] |
|
|