|
||
|
||
2 9 - 0 5 - 2 0 0 8 Studie: bodybuilders hebben niets aan methoxivone, ecdysterone en CSP3 (J Int Soc Sports Nutr. 2006 Dec 13;3:19-27.) Niets, helemaal niets van de claims van de supplementenindustrie blijft overeind in deze humane studie uit de koker van Richard Kreider. Kreider en zijn medewerkers gaven 45 bodybuildende studenten acht weken lang een spieropbouwend supplement of een placebo. Geen enkel product werkte. Methoxivone niet, ecdysterone Methoxivone is een synthetische isoflavone dat in de jaren zeventig is gelanceerd door het Oost-Europese Chinoin. Het lijkt op ipriflavone, een experimenteel middel tegen botontkalking. Volgens studies van Chinoin, die staan beschreven in de patenten maar niet in peer reviewed tijdschrijften zijn gepubliceerd, werkt methoxivone anabool. De proefpersonen in de methoxivone-groep kregen dagelijks achthonderd milligram. Als we gaan rekenen aan de hand van dierstudies die wij, de goochemerds van Ergogenics, eerder in patenten vonden, dan is dat aan de krappe kant, en zouden werkzame doseringen eerder in de buurt liggen Ecdysterone is een steroid in spinazie-achtige planten. Onlangs schreven we over dier- en celstudies die de anabole werking van ecdysterone en turkesterone aantoonden. Eerder hebben we op basis van dierstudies gerekend aan wat de effectieve dosering van ecdysteron zou kunnen zijn, en toen kwamen we op vele honderden milligrammen tot enkele grammen per dag. De proefpersonen in deze studie kregen zestig milligram CSP3 is tenslotte een suikerketentje - een sulfo-polysaccharide - uit de alg Cystoseira canariensis. Volgens de makers van CSP3 remt de keten het eiwitje myostatin, en versnelt het zo de spiergroei. Onderzoekers hebben wel eens bodybuilders twaalf weken lang een dagelijkse dosis van twaalfhonderd milligram gegeven, maar vonden geen effect. [Int J Sport Nutr Exerc Metab. 2004 Aug;14(4):461-72.] De CSP3-groep in deze studie slikte dagelijks een gram van het algenpreparaat. Hieronder zie je het effect van de drie supplementen op de lichaamssamenstelling. Niks van wat je ziet is statistisch significant.
FFM = vetvrije massa; FM = vetmassa; BF = vetpercentage.
Kreider en zijn collega's keken tenslotte naar de testosteronspiegel van hun proefpersonen. Uitkomst: nul. |
|
|