1 6 - 0 8 - 2 0 0 9
Testosteronkuur riskanter voor vette mannen met korte androgeenreceptorgenen (J Clin Endocrinol Metab. 2007 Oct;92(10):3844-53.)
De ene bodybuilder gebruikt letterlijk jaren non-stop, en jast er wekelijks net zoveel tren, deca, testootjes en primootjes naar binnen als een voorzichtige spuiter in een complete kuur. Zonder een centje pijn. En de andere krijgt al na zes lullige spuitjes Sustanon van de dokter te horen dat hij beter kan stoppen. Ra-ra, hoe kan dat? Endocrinologen van het Duitse Muenster hebben een tip van de sluier opgelicht. Vetpercentage en de lengte van het gen voor de androgeenreceptor bepalen hoe riskant synthetisch testosteron voor mannen is.
|
De onderzoekers beschrijven in de Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism een experiment waaraan 66 mannen meededen. De mannen maakten zelf te weinig testosteron aan, en dus injecteerden de onderzoekers de mannen met Nebido, een nieuw testosteronpreparaat van Bayer Schering Pharma. Bayer Schering Pharma is de nieuwe naam voor het oude Schering, en Nebido is een injecteerbare testosteron-undecanoaat (TU). TU is een langwerkende ester op basis van castor-olie. De mannen kregen in week 0, 6, 18 en 30 een injectie van 1000 mg. Zo'n schema zorgt voor een testosteronspiegel die geleidelijk oploopt en in week 30 een gewenst niveau bereikt. Na week 44 injecteerden de onderzoekers de mannen als hun testosteronspiegel onder het niveau van week 30 zakte.
Tijdens de - overigens bescheiden - testosteronkuur monitorden de onderzoekers de mannen op de bijwerkingen van testosteron. In hun bloed keken ze naar het cholesterol, de stroperigheid en het hemoglobine, en ze registreerden de hartslag en de bloeddruk van de mannen. Nou hadden 16 mannen in de studie een BMI van meer dan 30. Ze waren dus obees. De onderzoekers ontdekten dat juist die dikke mannen fout reageerden op de Nebidokuur.
In de figuur hieronder zie je de kans dat de dikke mannen een kritieke waarde overschreden ten opzichte van de niet-al-te-dikke mannen.
Hoe minder vet je hebt, des te kleiner is de kans op bijwerkingen door anabolen.
Een andere factor is erfelijkheid. Om preciezer te zijn: de lengte van je gen dat in je cellen codeert voor de androgeenreceptor. Dat is het eiwit waaraan testosteron of andere androgene steroidhormonen zich moeten vastmaken om effect te hebben. In het gen voor de receptor zit een stukje genetisch materiaal dat zich steeds herhaalt: de CAG-sequentie. Het aantal keren dat in het gen die sequentie achter elkaar zit varieert van 15 to 35. Hoe geringer het aantal CAG-sequenties, des te groter is de kans dat testosteron het bloed van mannen te stroperig maakt.
Hieronder zie je de relatie tussen de concentratie die het testosteron in het bloed bereikt, het aantal CAG-sequenties, en voor de androgeenreceptor en de stroperigheid van het bloed. Wordt het bloed zo stroperig dat de hematocrietwaarde boven de 50 procent komt, dan breken artsen testosterontherapie af.
Affijn. Aan je androgeenreceptor-gen kun je niets veranderen, maar aan je vetpercentage wel. Als je anabolen wilt gebruiken met zo min mogelijk risico's, dan kun je overwegen om eerst je vetpercentage te reduceren. Dezelfde onderzoekers publiceerden onlangs een studie waarin je nog een andere reden kunt vinden om pas te beginnen met kuren als je vetpercentage laag is. Ze ontdekten dat een mannenlichaam met weinig lichaamsvet zuiniger met testosteron omspringt dan een mannenlichaam met een hoger vetpercentage.
|
|
|