1 3 - 0 6 - 2 0 0 8
ZMA helpt bodybuilders niet verder (J Int Soc Sports Nutr. 2004 Dec 31;1(2):12-20.)
Het supplement ZMA - een combinatie van zink en magnesiumaspartaat - doet nauwelijks iets voor bodybuilders. Dat meldden sportwetenschappers van Baylor University in een studie die in 2004 verscheen in de Journal of the International Society of Sports Nutrition.
Dat heeft de sponsor en fabrikant Cytodyne er overigens niet van weerhouden om op zijn potjes te zetten dat de werking van ZMA clinically proven is.
De onderzoekers gaven twintig bodybuilders acht weken lang dagelijks vier capsules ZMASS PM. De bodybuilders moesten de capsules een uurtje voordat ze gingen slapen innemen. Vier capsules ZMASS komt neer op dertig milligram zink (als monomethionine en aspartaat), 450 milligram magnesium (als aspartaat), elf milligram vitamine B6, tien milligram kalium (als aspartaat), vijftig milligram L-Dopa (als Mucuna pruriens) en dertig milligram ecdysteron (als Polypodium vulare).
Twintig andere bodybuilders slikten een placebo.
Na acht weken maten de onderzoekers de concentratie vrij testosteron en het spierslopende cortisol in het bloed van de bodybuilders. De grijze balkjes hieronder staan voor de placebogroep, de zwarte voor de bodybuilders die ZMASS hadden geslikt.
Er was geen effect.
Dat ZMASS niks doet met de testosteronspiegel zal trouwe lezertjes van Ergogenics niet verrassen. In de herfst van verleden jaar schreven we over een studie van Duitse biochemici, die geen enkel effect van de originele ZMA op de concentratie van androgene hormonen
konden vinden.
Dat de onderzoekers van Baylor ook naar cortisol hebben gekeken komt omdat magnesiumsuppletie in een studie uit de jaren tachtig de concentratie cortisol na training verlaagt.
Hieronder zie je het effect van ZMASS op de lichaamssamenstelling. Gemiddeld bouwden de ZMASS-gebruikers wat meer vetvrije massa op en verloren ze wat meer lichaamsvet, maar het effect was niet significant.
Iets soortgelijks was er aan de hand met de krachtontwikkeling van de sporters. De ZMA-groep ging gemiddeld iets meer vooruit dan de placebogroep, maar het effect was niet significant. Bij het bankdrukken bijvoorbeeld nam de 1RM bij de placebogroep met 3,6 kilo toe. De toename bij de ZMASS-groep was 5,6 kilo. Bij de leg-press nam de 1RM bij de placebogroep toe met 24,6 kilo. Bij de ZMASS-groep was dat 25,4 kilo.
Weer zijn de verschillen minimaal.
Victor Conte, de bedenker van ZMA, heeft toen hij hoorde van de uitkomsten van deze studie in een interview gezegd dat je een onderscheid moet maken tussen "statistisch significant" en "sportief significant". "In the world of sport, these results would be significant", zei Conte toen.
|
|
|