09.05.2013 | ||||||
Dierstudie: een jaar groeien na één behandeling met antimyostatin-genen
In 2000 publiceerden Amerikaanse onderzoekers een dierstudie waarin ze muizen genetisch manipuleerden, zodat hun cellen dominant-negative myostatin [dnMS] gingen aanmaken. [FEBS Lett. 2000 May 26;474(1):71-5.] Dominant-negative myostatin schakelt het normale spiergroeiremmende myostatin uit. De muizen werden door de ingreep gespierder.
Myostatin-expert Lee Sweeney en zijn collega's zijn op zoek naar effectieve genetische myostatinremmers voor mensen met de ziekte van Duchenne of andere spierziekten. In 2010 lieten ze zien dat ze met verknutselde adenovirussen antimyostatin-genen konden binnenbrengen bij muizen met spierziekte. [PLoS One. 2010 Feb 11;5(2):e9176.]
Een jaar later, in 2011, lieten Sweeney en zijn mensen zien dat ze alweer een stap verder waren. Ze brachten genen voor dominant-negative myostatin, geplakt in adenovirussen, met een infuus binnen bij vier Golden Retrievers met een spierziekte. De honden wogen 14-19 kg - een stuk stap dichter bij een
De eerste twee figuren hieronder hebben betrekking op de totale omvang van de extensor digitorum longus - spier 1 in de figuur bovenaan de pagina [de menselijke equivalent] - en de tibialis cranialis. In de figuur rechtsboven op deze pagina is dat spier 2.
Je ziet linksonder hoe die spieren de eerste vier maanden na het inbrengen van de myostatinremmende genen relatief snel groeiden. De rest van het jaar zette de spiergroei in een lager tempo door.
Of deze studie gaat leiden tot een medicijn tegen dystrofie kun je je afvragen, als je de bovenstaande figuur ziet. De onderzoekers vermoeden dat ze deze aanpak moeten combineren met nog een andere - en farmaceuten hebben een broertje dood aan een gecombineerde aanpak. Veel te moeilijk, vinden ze. Maar dat Sweeneys virussen kunnen leiden tot interessante spierversterkende middelen, dat is wel duidelijk...
Bron:
Meer:
|