30.01.2011 | |||||||
Hoodia-alternatief Caralluma fimbriata remt eetlust in dierstudie
In India is gebruiken jagers Caralluma fimbriata al eeuwenlang als ze op pad gaan. Als het eten op is remt de plant het hongergevoel en geeft tegelijkertijd toch energie om door te gaan. Tijdens een tocht eten jagers wel zo'n honderd gram van de plant per dag. Extracten van Caralluma fimbriata duiken nu op in allerlei afslanksupplementen.
Caralluma fimbriata lijkt op de Zuid-Afrikaanse Hoodia gordonii. Zuid-Afrikaanse stammen als de San gebruiken die plant voor hetzelfde doel als de Indiase stammen. Bedrijven hebben hoodia-extracten gestopt in afslanksupplementen, maar kregen het in Europa aan de stok met Unilever en de EU-regelgeving.
Unilever had de patenten op het gebruik van Hoodia in afslankproducten, en de EU beschouwde hoodia als een potentieel gevaarlijk novel food dat niet zomaar op de markt mocht komen, maar eerst onderzocht moest worden.
De actieve stoffen in Hoodia gordonii zijn onder meer versuikerde analogen van de pregnaanverbinding dat je hiernaast ziet. Hij heet hoodiagenin. De tientallen analogen hebben, bijvoorbeeld op de plaats van de linkerhydroxylgroep, een suikerketen. Die verbindingen, vermoeden onderzoekers, remt in de hersenen de eetlust en verhoogt tegelijkertijd de aanmaak van hormonen die het metabolisme opvoeren.
Het hoodiaproject concentreerde zich op een analoog van hoodiagenin die de onderzoekers p57 noemden. [Planta Med. 2011 Jan 21. [Epub ahead of print].] [Structuurformule]
In Caralluma fimbriata zitten pregnanen die lijken op die in Hoodia gordonii. Je ziet de kale versie van die moleculen hierboven [Compound I]. De groep die aan C12 zit kan er af en worden vervangen door andere groepen, maar plant kan op de plaats van de linkerhydroxylgroep ook een sliert suikermoleculen plakken. In dat geval ontstaat een verbinding zoals je hieronder ziet.
Een deel van de ratten die het dikmakende voer aten kregen per kg lichaamsgewicht elke dag 25, 50 of 100 mg Caralluma fimbriata-extract. [CFE] Je ziet hieronder dat hun voerinname op het niveau kwam van de controlegroep. Door de extracten kregen de ratten een normaal lichaamsgewicht met een normale hoeveelheid vetweefsel.
Bij de ratten in de Cafetaria-groep steeg de leptinespiegel een factor 8. In de CFE-groepen bleef die constant. Dat komt, veronderstellen de onderzoekers, omdat de Caralluma fimbriata-extracten de gevoeligheid voor leptine herstellen.
"These data indicate that Caralluma fimbriata has the potential to curb obesity", concluderen de onderzoekers.
Bron:
Meer:
|