31.12.2010 | ||||||
Megadosis glutamine doet niks voor krachtsporters
De potten met glutamine [structuurformule hieronder] zullen nog wel jarenlang in alle sportsupplementensportzaken blijven liggen. Als het onderzoek van bewegingswetenschappers van de University of Saskatchewan in Canada daar niets aan kan veranderen, dan kan niets dat. Dat onderzoek toonde al in 2001 aan dat glutamine niet werkt.
Vanuit fundamentele kennis over de rol van glutamine bij inspanning is het helemaal niet zo raar dat supplementenbedrijven glutamine op de markt hebben gebracht. Als je bloed verzuurt, maakt je lichaam van glutamine een base zodat de zuurgraad van je bloed weer normaliseert. Als je lichaam even niet voldoende glutamine voor handen heeft, dan laat het de bijnieren meer cortisol aanmaken om je spieren te dwingen glutamine vrij te maken.
Bovendien zet glutamine makkelijk om in glucose. Veel celtypes gebruiken glutamine graag als brandstof.
Halverwege de jaren negentig ontdekte een Amerikaanse onderzoeker bovendien dat een luttele 2 gram glutamine de GH-concentratie vervijfvoudigde. [Am J Clin Nutr. 1995 May;61(5):1058-61.] In die studie kregen 9 proefpersonen glutamine toegediend nadat ze een licht ontbijt hadden gegeten. De glutamine was opgelost in een glas cola.
Voldoende aanleiding om te geloven in suppletie met glutamine. Geef sporters extra glutamine, en ze maken tijdens uitputtende trainingen minder cortisol aan. Hun spiercellen zetten minder aminozuren om in glucose. Ze maken meer groeihormoon aan. Het aantonen dat krachtsporters meer vooruitgaan door glutaminesuppletie leek nog maar een formaliteit.
Omdat je ook formaliteiten moet afhandelen deden Canadese wetenschappers vroeg in de 21ste een proef waaraan 31 mannelijke en vrouwelijke krachtsporters van 18-24 jaar meewerkten.
De helft van de proefpersonen kreeg 6 weken lang elke dag per kilo vetvrije massa 0.9 gram glutamine. Dat kwam neer op zo'n 45 gram glutamine per dag - de hoogste dosis die nog gegarandeerd niet toxisch is. De proefpersonen verdeelden die hoeveelheid over 2 innames: eentje vlak na de training en eentje vlak voordat ze gingen slapen. Op dagen dat de proefpersonen niet trainden mochten ze het aminozuur overdag gebruiken wanneer dat uitkwam, maar de nachtelijke dosis bleef staan.
De andere helft van de proefpersonen slikte een placebo. En boekte daarmee, toen de proef was afgelopen, net zoveel vooruitgang als de glutaminegroep.
Een mogelijke verklaring is dat allerlei andere cellen dan spiercellen, zoals darm-, hersen- en immuuncellen, alle gesupplementeerde glutamine opsouperen voordat die enig ergogeen effect op de musculatuur kan hebben.
Bron:
|