12.07.2006 | |||
Een paar gram leucine verhoogt spierversterkend effect van maaltijd
Sarcopenia openbaart zich bij metingen van de eiwitstofwisseling na maaltijden. Een complete maaltijd met eiwitten, koolhydraten en vetten remt de afbraak van spierweefsel, en stimuleert de opbouw ervan - maar dat effect wordt op hogere leeftijd alsmaar minder. Bij senioren remmen complete maaltijden de spierafbraak niet meer en stimuleren ze de spieropbouw ook niet meer. Waarom, dat is niet bekend.
Met hun studie, die is verschenen in de Journal of Physiology, wilden de onderzoekers nagaan of ze met leucine konden voorkomen dat het anabole effect van maaltijden afnam.
En jawel, dat konden ze. Dat was verrassend, want in sommige experimenten trad het leucine-effect alleen op als proefpersonen eiwitten en leucine nemen, of alleen leucine. Toevoeging van glucose doet het effect in studies al teniet. Dit is het eerste experiment waarin leucine de anabole werking van een complete maaltijd versterkt. Nou ja, een complete maaltijd... Een mix van voedingsstoffen die lijkt op wat je binnenkrijgt bij een doorsnee-lunch.
De onderzoekers gaven twintig zeventigers per kilo lichaamsgewicht 10 kcal - in de vorm van 0.4 gram eiwit, 1.3 gram koolhydraten en 0.4 gram vet, allemaal per kg lichaamsgewicht. De ene groep ouderen kreeg per kilo lichaamsgewicht 0.05 gram leucine, een controlegroep ongeveer evenveel alanine. De inname van stikstof in beide groepen was gelijk. Weeg je 80 kg, dan slik je dus 4 gram leucine.
Toen de onderzoekers 5 uur na de maaltijd de spieren en het bloed van de proefpersonen monitorden, zagen ze dat de spiegel van leucine in het bloed fors steeg en urenlang verhoogd bleef. De aanmaak van spierweefsel – FSR, in de onderstaande figuur - nam toe.
Er was geen effect op de whole body turnover. Dat komt waarschijnlijk omdat alleen spierweefsel op leucine reageert, en de spieren maar voor een gedeelte van de whole body turnover zorgen.
De Fransen beklemtonen dat ze nog niet hebben aangetoond dat je met leucine ook daadwerkelijk meer spierweefsel kunt aanzetten. Daarvoor zijn experimenten nodig die langer duren.
Bron:
Meer:
|