27.09.2012 | |||||
Ursolic acid is een universeel sportsupplement
In juni 2012 publiceerden de moleculaire wetenschappers van de University of Iowa een dierstudie in PLoS One met een berg aan gegevens. De publicatie fungeerde trouwens als onderbouwing van het patent dat nu ligt te wachten op goedkeuring.
In de studie gaven de Amerikanen gedurende 6 weken muizen voer dat voor 55 procent uit vet bestond [HFD]. Muizen worden door zulk voer snel dik en minder fit. Kregen die dieren ook nog ursolic acid [UA] door hun voer - 0.14 procent lijkt de optimale concentratie te zijn - dan werden hun spieren groter en sterker. In hun spiercellen stijgt de aanmaak van IGF-1 en VEGF en de concentratie van gefosforyleerd Akt.
Toen de onderzoekers de muizen lieten rennen tot ze niet meer konden, zagen ze dat de suppletie met ursolic acid het uithoudingsvermogen had verbeterd. Een stimulantium was ursolic acid echter niet: de hartslag en bloeddruk waren niet hoger in de UA-groep.
Tegelijkertijd remde ursolic acid de toename van het lichaamsgewicht en de groei van de vetweefsels. Het verhoogde het energieverbruik doordat het de groei van het bruine vetweefsel stimuleerde en de groei van wit vetweefsel juist afremde. Bruin vetweefsel kan vet verbranden en omzetten in warmte, wit vetweefsel niet.
In hoeverre ook bij mensen ursolic acid de afbraak van vetweefsel stimuleert moeten we nog maar afwachten. Kinderen hebben nog veel bruin vetweefsel, maar in de ontwikkeling naar volwassenheid neemt die hoeveelheid snel af. Ook volwassenen hebben echter nog bruin vetweefsel, en dat kan door bijvoorbeeld blootstelling aan kou weer in omvang toenemen. Het is echter niet duidelijk of de hoeveelheid bruin vetweefsel in volwassenen nog voldoende is om metabool effect te hebben.
"If ursolic acid has similar effects in mice and humans, then ursolic acid and/or structural analogs might be useful therapeutic agents for a number of increasingly common metabolic disorders, including skeletal muscle atrophy, obesity, type 2 diabetes and non-alcoholic fatty liver disease", concluderen de onderzoekers.
Bron:
Meer:
|