Waarom intensieve cardiotraining niet altijd werkt
Fitnesstrainers kunnen niet-sportieve mensen soms beter laten bewegen op een matig-intensief niveau dan ze helemaal uit de naad te laten trainen. Bewegingswetenschappers van de University of South Australia ontdekten dat een matig-intensief trainingsprogramma mensen stimuleert om uit eigen beweging lichamelijk actief te worden, maar een hoog-intensief programma niet.
Het gevaar van flitsfitness
Mensen hebben steeds minder tijd om te trainen, en dus ontwikkelt de fitnessindustrie steeds kortere trainingsprogramma's. Om die trainingsprogramma's toch effectief te maken, vergroten de bedenkers de intensiteit.
High intensity is de norm geworden in fitnessland.
Critici zijn niet gerust op die ontwikkeling. Veel sedentaire mensen hebben toch al een hekel aan beweging. Hoe intensiever de beweging, hoe groter de hekel. Het zou zomaar kunnen dat flitsfitnessprogramma's mensen niet motiveren om meer te bewegen, en mensen op de langere termijn meer gebaat zouden zijn met minder intensieve programma's.
De Australiërs wilden achterhalen of de critici een punt hebben.
Studie
De onderzoekers lieten 84 niet-fitte proefpersonen gedurende acht weken drie keer per week een half uur rennen op een treadmill. De helft van de proefpersonen moest rennen met een intensiteit die ze als "een beetje zwaar" betitelden. De proefpersonen trainden matig-intensief.
De andere helft van de proefpersonen moest trainen met een intensiteit die voor "zwaar" kon doorgaan.
Mocht het je interesseren, de Australiërs gebruikten de Borg-schaal om te bepalen hoe zwaar de inspanning was. Die gaat van 6 tot 20 RPE. De proefpersonen in de matig-intensieve groep renden met een intensiteit van 13 RPE, de proefpersonen in de andere groep met 15 RPE.
Resultaten
Voordat het programma begon, vlak nadat het was afgelopen en nog eens zes maanden later bepaalde de onderzoekers hoe fit de proefpersonen waren. Uit de laatste meting bleek dat de maximale zuurstofopname - de belangrijkste merker van fitheid - op peil was gebleven bij de proefpersonen die matig-intensief hadden getraind. Dat was niet het geval met de proefpersonen die het intensieve programma hadden gevolgd.
Conclusie
Het matig-intensieve trainingsprogramma had de proefpersonen gestimuleerd om, toen de acht weken voorbij waren, meer te gaan bewegen, denken de onderzoekers. Bij de proefpersonen die waren afgebeuld met het intensieve trainingsprogramma was dat niet gebeurd.
Bron:
Journal of Exercise Science & Fitness 13 (2015) 123-30.
Meer:
Cardiotraining is aangenamer als je zelf bepaalt hoe hard je traint (16-2-2015)
Beter dan niks: bewegen met een intensiteit waarbij je jezelf prettig voelt (12-11-2012)
|