|
Nooit meer to failure-training?
Studie Beide groepen trainden gedurende de 10 weken die het experiment duurde 3 keer per week, en deden dezelfde oefeningen.
De ene groep maakte sets to failure. De mannen maakten zoveel reps ze maar konden. Dit was de Repetition Maximum-groep. De andere groep ging niet het gaatje. De mannen in deze groep maakten 65 tot 90 procent van de reps die ze hadden kunnen maken. [Deze uitleg doet de complexiteit van Carrolls onderzoeksopzet geen recht, we zijn ons er ten volle van bewust...] Dit was de Relative Intensity-groep. Klik op de figuur hieronder voor een grotere versie. Resultaten
Toen Carroll stukjes spierweefsel van de mannen onder de microscoop bekeek, zag hij dat de sterke type-2-spiervezels in beide groepen groter waren geworden. De toename was in de Relative Intensity-groep significant, en in de andere groep niet. In de spiercellen van de mannen in de Relative Intensity-groep was tenslotte ook de aanmaak van samentrekkende spiereiwitten myosin heavy chain-2X, -2A en -C1 in sterkere mate toegenomen dan in de spiercellen van de mannen die to failure hadden getraind.
Conclusie "These results, taken together with the previously published performance data, support the use of relative intensity training in well-trained populations over that of repetition maximum training." Toch even zeuren Sommige wetenschappers en trainers zullen misschien die conclusie trekken. Voor ons, de onwetende maar wel immer arrogante wijsneuzen achter dit gratis webmagazijn, is dat vooralsnog een brug te ver. Bron: Meer:
|
|